maandag 29 december 2008

Vondst 08

0 stok(ken) achter de deur

Het zijn laffe tijden voor de schrijverij. Vandaag ben ik weer aan het werk, na vijf dagen respectievelijk kerstvieren (België), bijkomen (België), kerstvieren (Nederland), strandwandelen (Nederland) en ijsschaatsen (Nederland). Ik heb nog nooit zulke fijne feestdagen mogen meemaken, heus, maar nu eist de onproductiviteit zijn tol: ik ploeter. Schaven aan het reeds geschrevene wil nog lukken. Maar het hoofdstuk afmaken, poeh, dat gaat echt moeizame letter per moeizame letter.

Gelukkig is er dé vondst van 2008. Het was donderdagmiddag, eerste kerstdag. Soezerig reden we terug naar huis, af en toe opgeschrikt door een flinke boer à la rosbief. ‘Oh là là’, zuchtten we dan gelaten, ‘oh là là...’

Ergens bij Breda hielden we halt voor een pitsstop. Terwijl manlief zijn door techniek voorgesprongen automobiel voltankte, glipte ik de overbelichte shop binnen. Ik weet niet waarom ik binnenging; ik had niets nodig.

En daar, tussen de duffe pornoblaadjes en de nieuwsloze kranten in, dáár trof ik aan wat mij nu, in deze laffe tijden, sterkt: Boek 08.

Boek wat? Ik had er ook nog nooit van gehoord. Boek 08 (dat meer op een tijdschrift lijkt, maar goed) is het literaire jaarboek van het Vlaamse weekblad Knack. Aan een antiek Knack-artikel te zien, bestaat het al een jaar of drie. Boek 08 is een staaltje literatuur in een intellectueel jasje, van het type dat in Amsterdam alleen wordt ingevlogen door de ruimdenkenden van het Atheneum Nieuwscentrum. Maar bij Breda hoef je dus gewoon langs de Shell, of weet ik veel welke oliehut het was.

Hoewel een volledig rek al twee maanden in beslag werd genomen door Boek 08, keek het kassameisje ernaar alsof ze de bundel voor het eerst zag. Dat bleek ook zo te zijn. ‘Ik heb dit nog geen enkele keer verkocht’, zei ze verontschuldigend, en ze tikte het ISSN-nummer handmatig in. ‘Nul… zeven… zeven… twee… drie… twee… één… nul’, hoorde ik haar door het dikke glas heen mompelen. ‘Diversen… Vijf euro alsjeblieft.’

Eenmaal terug in de auto doorbladerde ik mijn nieuwe aanwinst met het enthousiasme van toen ik als zesjarige op vrijdag verlekkerd de geur van de wekelijkse Zonnekind opsnoof. Teleurgesteld werd ik allerminst: Boek 08 (onvindbaar op internet) is geweldig! Nederlandse auteurs praten over de Vlaamse canon, Hugo Claus wordt herdacht, Philip Norman vertelt over John Lennon, en het schijnt dat er nog steeds Vlaamse auteurs zijn die in het Frans schrijven.

Waarom Boek 08 mij sterkt? Die eer valt te beurt aan ‘De Bewaker’, een roman die in het voorjaar van 2009 verschijnt en waarvan een voorpublicatie in Boek 08 werd afgedrukt. De auteur is ene Peter Terrin, volgens Knack een ‘blogger’ en een ‘schrijver’. Dat is ook echt zo: hij blogt (niet toevallig op Knack.be) en hij schrijft (‘Peter Terrin werd meermaals geprezen als literair buitenbeentje’). Een kerel om u tegen te zeggen dus, die Terrin.

Maar weet u nou waarom deze voorpublicatie mij sterkt? Omdat ik er helemaal niets aan vind. Het onderwerp staat me tegen, de stijl staat me tegen, alles staat me tegen.

Eerst dacht ik nog dat het zo hoorde, dat het paste bij de nogal geschifte ik-persoon, die er misschien voor zorgde dat Terrin zinnen neerpende als: ‘Ik ruik zijn onrust. De geur van walnoot, jonge walnoot die pas uit de boom is gevallen, met een keiharde, vochtige schelp.’ Of een simpeler voorbeeld: ‘Ik vermoed dat ik vlug zal inslapen.’ Tja.

Maar helaas, hoe vergevingsgezind ik met momenten ook kan zijn, het ligt niet de ik-persoon. Het ligt aan Terrin zelf. Het bewijs levert hij op zijn weblog: ‘Voor de man het portier opent en in de hete wagen stapt, snuift hij de lucht op, sluit zijn ogen. Vannacht zal zijn hart weer traag zijn borst schudden.’ En: ‘Als ik er goed over nadenk, moet ik besluiten dat ik me sedert 1982 niet meer heb verveeld.’

Wel, als ík er goed over nadenk, moet ik besluiten dat ik dit ook kan. Nee, ik moet besluiten dat ik dit béter kan. En dat sterkt mij. In deze laffe tijden.
Meer, méér...

donderdag 18 december 2008

This title is written in English

0 stok(ken) achter de deur

Zoals vanouds ging de wekker vandaag veel te vroeg. ‘Ooorghhh’, kermde ik, ‘ik heb diep geslápen…’ De man met wie ik mijn bed gaarne deel, ketste terug: ‘En je hebt heel veel gedroomd, ja.’ Het klonk een beetje bozig. Ik schijn soms luidop te praten; daar houden bedgenoten doorgaans niet van. Ik daarentegen word vrolijk van elke praatmelding, en vraag dan altijd opgewekt: ‘O ja? In welke taal?’ ‘In het Nederlands’, mompelde hij. En met Nederlands bedoelt hij Hollands – anders zegt hij gegarandeerd: ‘In ‘t Vlaams.’

Ik droom dus in het Hollands. Dat verbaast me niet meer: in Oxford droomde ik in het Engels, à Paris was het Frans, nel bel paese Italiaans. Als ik op vakantie ben met mijn moeder, die dan ab-so-lu-ment in het Frans wil converseren, droom ik en français (zo vertelt zij mij ‘s anderendaags met trots in haar stem).

Waarom ik deze bedgeheimen met u deel? Omdat ze mij deden denken aan JP. Diens internationale leventje zorgt ervoor dat hij continu andere talen om zich heen hoort. Zo gaat dat immers in het hippe kunstwereldje. En omdat het boek is geschreven vanuit zijn perspectief, wil ik niet aan de talen tornen. Doet hij immers ook niet, in zijn hoofd.

Sowieso heb ik een grondige hekel aan romans met zinnen die in het Engels beginnen om vervolgens af te zakken naar het Nederlands. Zo van: ‘Sure, I can fix that for you. Bel mij zondag even.’ Alsof de uitgever bang is dat zijn domme lezertjes geen idéé zullen hebben wat ‘give me a call me on Sunday’ betekent. Ik ga daarvan steigeren, echt waar. Blijf van de taal af, denk ik dan.

Dus ik waarschuw u: in mijn roman wemelt het van de vreemde talen. Mijns inziens kan dat makkelijk. JP spreekt goed Engels, maar verder niets. Dus als één of andere ober het menu in het Italiaans gaat opdreunen, dan snapt JP daar even weinig van als de lezer. (En als die lezer dat toevallig wel snapt, nou, boft hij even!) Een voorproefje:

‘I amma so gratefulla’, klonk het weer.
I amma colda anda hungrya, dacht hij, anda I wanta alcohol. Op dat moment brak het applaus los en snelden knipschaarobers met flessen wijn naar voren. Eindelijk, dacht hij, nu zijn we sapdrinkenderwijs goed bezig.
Ze werden geacht, zo leidde hij af uit de gebaren van hun ober, elk gerecht te besprenkelen met vers truffelschaafsel. Kinderlijke vervoering alom; iedereen greep naar het plastic zakje dat klaar lag op het bord. Het aardappelmesje werd eraf gerukt; uit elk zakje kwam een prachtige witte truffel tevoorschijn, groot als een stuiterbal. Knisperknasperknuistje, wat vind ik in mijn vuistje?
‘L’antipasto sarà un carpaccio di Angus irlandese e tartufo’, dreunde de ober op. ‘Poi serviamo un risotto con burro e parmigiano… e tartufo.’ Hij glimlachte om zijn eigen theatrale pauze; het oude besje riep dat ze het originalissimo vond. ‘Poi: un rondò al rosso d’uovo… e tartufo!’
De ober maakte een buiginkje; het besje klapte. Zijn jasje viel op de grond. Toen hij bukte om het op te rapen, miste hij de voorspelling van het toetje. Hopelijk geen truffel; hij was er nu al klaar mee.


Wat boeit het dat u niet weet wat een rondò is? Ik weet het ook niet, en JP zeker niet. Dat is juist zo typisch aan reizen: je weet de helft van de tijd niet wat je ergens van moet denken. Schrijfgidsen hebben het toch altijd over ‘couleur locale’? Waarom dit soort bonte kleuren in romans steevast wordt weggegumd, ontgaat mij volledig.

Misschien heeft het te maken met vroeger, toen nog weinig mensen een tweede taal spraken. Maar nu zijn we niet vroeger, nu zijn we nú. Dus bij deze: fasten your seatbelts, it’s going to be a bumpy read! Meer, méér...

dinsdag 16 december 2008

Spiegelschuld

0 stok(ken) achter de deur

Gisteren lag ik op de bank, geveld door een buikgriepje. Ik was niet ziek genoeg om niets te doen, maar absoluut niet gezond genoeg om iets te doen. Als je op een loonlijst staat, ga je in dit geval:

(i) naar je werk, en weer vroeg naar huis;
(ii) niet naar je werk, want je meldt je ziek.

Maar ik hoef momenteel aan niemand verantwoording af te geven, dus werd het als vanzelf een dagje dutten, bankhangen, NET 5 kijken en de Vrij Nederland lezen. In mijn hoofd had ik zelfs een bezorgd moederfiguurtje rondlopen dat bij tijd en wijle hete kippenbouillon en/of citroendrankjes langsbracht. En kusjes, heel veel kusjes. Klinkt goed, nietwaar?

Nou, behalve het steengoede VN-kerstnummer was het ronduit kut. Vrijdagmiddag kreeg ik namelijk van mijn bezig bijtje te horen dat mijn ‘eerste worp’ zeer overtuigend en beloftevol is, maar dat ik het tempo wat moet opdrijven (vijfduizend woorden na een week of vier, da’s echt veel te weinig – zei hij niet, zeg ik). Een fijn vonnis, vond ik zelf – ik stond te juichen.

Toen kwam zaterdag. We haalden onze kerstboom in huis en raakten lichtelijk beneveld op de dertigste verjaardag van onze zeer dierbare vriend Skippy.

Toen kwam zondag. In de gloed van de kerslampjes keken we, lichtelijk bekaterd, naar Thank You for Smoking.

En toen dan eindelijk maandag was gearriveerd en ik mijn vijfduizend woorden op elkander verliefd wilde doen worden opdat ze heel veel kindjes zouden krijgen, werd ik ziek.

Ik zag mezelf liggen op die bank van mij: een hoopje mens dat dácht aan schrijven maar niet schrééf. Dat echt bíjna zou kunnen schrijven, maar dat nét niet aan kon omdat een merkwaardige krampennevel over haar brein en buik hing.

Schuldig voelde ik me. Vroeger kon ik me schuldig voelen naar mijn baas toe, nog vroeger voelde ik me schuldig naar mijn leraren toe. Nu voel ik me schuldig naar mezelf toe. Naar mijn spiegelbeeld. Het is een rare gewaarwording, zo’n spiegelschuld.
Meer, méér...

donderdag 11 december 2008

De buldog van Bulgari

2 stok(ken) achter de deur

Ik heb een nare mededeling voor u, lieve lezer. Het Bulgari-gezeik heeft - zeer helaas - de nacht overleefd. Gisteren, iets voor lunchtijd, begon het met de volgende mail van Abc Dfg, de External Relations Officer van de Bulgari Spa:

Van: Abc Dfg
Verzonden: woensdag 10 december 2008 11:51
Aan: Emily Gordts
Onderwerp: FW: [Fwd: [Fwd: Spa at the Bulgari Hotel, Milan]]

Dear Mrs Gordts,

your e-mail has been re-directed to me by Uvw Xyz, the Spa Manager at the Bulgari Hotel Milan.

First of all we would like to thank you for choosing the Bulgari Hotel during your stay in Milan and for your interest in our Spa as setting of your novel. Please be informed that in order to assist you on your inquiry we would need to receive some general information on the novel plot and possibly the text referring to the Spa at the Bulgari Hotel sothat we can check that all the reported information on the Spa are correct and in line with our image. In order to better support you to this extent we would like to liaise you with one of our local PR. Can you please advise where you are based sothat we can put you in contact with one of our local press offices.

Thanking you in advance for your cooperation, we send you our kindest regards
Abc

Wanhopende dat mevrouwtje Dfg al snel genoeg van me krijgt, stuur ik per ommegaande het volgende terug...

From: Emily Gordts
Sent: mercoledì 10 dicembre 2008 11.58
To: Abc Dfg
Subject: Re: [Fwd: [Fwd: Spa at the Bulgari Hotel, Milan]]

Dear Abc,

I already received a lengthy reply! Thank you all the same.

Yours,
Emily

Maar dan ken ik Abc nog niet!!! Nee, Abc is een pitbull, die bovendien een héél belangrijk merk vertegenwoordigt, met PR-agences all over the fucking world! Dat ik dat maar eventjes weet.

Van: Abc Dfg
Verzonden: donderdag 11 december 2008 12:51
Aan: Emily Gordts
Onderwerp: RE: [Fwd: [Fwd: Spa at the Bulgari Hotel, Milan]]

Dear Emily,

Thanks for your e-mail. Would it be possible to receive your full contact details or Country where you are located sothat I can put you in touch with one of our local PR. Thanks again

Kind regards
Abc

Laten we zeggen dat mijn irritatiegrens op dit punt danig overschreden wordt, temeer omdat ik juist geniet van een heuse flow. Goed, ik hoef niet meteen te antwoorden; het vrouwtje heeft alleen mijn mailadres, en niets anders.

Echter, dit mens knaagt aan mijn gemoedsrust, en dat kan gewoon niet. Wie recht heeft om aan mijn gemoedsrust te knagen (ouders, vrienden, leraren Latijn), ok, maar wie dat recht niet heeft, moet er met zijn al dan niet A-merkerige poten van afblijven! Ik wil dus met spoed van deze External Relations Officer af, en niet in het minst omdat ik nooit heb gevraagd een External Relation te worden.

From: Emily Gordts
Sent: giovedì 11 dicembre 2008 13.11
To: Abc Dfg
Subject: RE: [Fwd: [Fwd: Spa at the Bulgari Hotel, Milan]]

Dear Abc,

That is no longer necessary, but thank you so much for the offer!

Yours,
Emily

Hel, hel! De buldog van Bulgari laat niet los: precies drie kwartier later krijg ik wéér een reactie. (Nu ik dit zo opschrijf, heb ik ontzettend veel zin om haar met foto en al op deze website pleuren, maar ik ben GeenStijl niet.)

Van: Abc Dfg
Verzonden: donderdag 11 december 2008 14:57
Aan: Emily Gordts
Onderwerp: RE: [Fwd: [Fwd: Spa at the Bulgari Hotel, Milan]]


Dear Emily,

sorry if I am writing again, however due to an internal misunderstanding your e-mail which was sent to the Bulgari Hotel Spa reached Bulgari press office only yesterday and we soon contacted you.

Please be informed that according to our policy we should always be informed about the use of our brand name and information, so if you do not mind I would like to ask to you again some information on the plot of the novel in particular in connection with the Spa of the Bulgari Hotel Milan.

Again, sorry for any inconvenience, if you wish, we can also talk over the phone, I would only take a few minutes. Thanks in advance for your understanding

Kind regards
Abc

Waaaaaaaaaaaaaaaah!!!!

Van: Emily Gordts
Verzonden: donderdag 11 december 2008 15:21
Aan: Abc Dfg
Onderwerp: RE: [Fwd: [Fwd: Spa at the Bulgari Hotel, Milan]]

Dear Abc,

You really have nothing to worry about, and may I please kindly remind you that if I had not contacted the architects about the details of the spa, you would never have known about my forthcoming novel.

Please rest assured that nothing possibly happens in the Spa which could not be in line with the image of the hotel. It's a novel about an art consultant and only half a chapter is set in the Spa. He sees the beauty of it, enjoys a massage, ponders about how lucky he is to be there, and goes on with his life.

I do hope this will do!

Yours,
Emily

B*TCH.
Meer, méér...

woensdag 10 december 2008

Fwd: Fwd: Fwd: Fwd: PR ALARM

1 stok(ken) achter de deur

JP verblijft momenteel in de Bulgari, Milaan. Hij heeft geluk, die Puts. Een nachtje in ‘an unexpected oasis of exclusive tranquillity immersed in the frenzy of the city centre’ kost zeker 600 euro per nacht.

Maar dan heb je ook wat. Bijvoorbeeld - ik noem maar wat - een zwembad waarvan elk glazen traptegeltje een velletje 18-karaats goud herbergt. De vloer en bankjes van de uit groen glas opgetrokken hamam zijn van crèmekleurig marmer uit Afyon en de rest van de spa heeft een vloer en muren gehakt uit Vicenza Stone.

Dat wist ik natuurlijk niet toen ik zelf eventjes in de spa van de Bulgari mocht vertoeven. Ik zag de mozaïekjes dan wel schitteren, ik mocht de vloer dan echt wel waarderen, maar ja, verder dan deze observaties kwam ik niet.

Dat kon romannerwijs een stuk beter. JP’s baas – de intellectueel Olivier de Beaufort – weet dit soort dingen écht wel. Zo is mijn bolleboos gewoon, daar kan ik verder weinig aan doen.

Dus mailde ik braafjes met de bedenkers van dit staaltje perfectie: Antonio Citterio en de zijnen. Zij ontworpen ook dromen voor onder anderen Ermenegildo Zegna, De Beers, Valentino en Stefanel. Could you please be so kind, schreef ik, to tell me… enzovoort.

Dezelfde dag nog kreeg ik een verrukt antwoord van een man die ik voor de goede orde Paolo noem. Aan de Fwd: Fwd: Fwd: Fwd: bovenaan de mail te zien, was mijn vraag de headquarters rondgegaan. Aan de Cc: maal twee kreeg het antwoord bovendien een lading van formaat. Ik vreesde al voor gezeik.

Maar nee: Paolo was geweldig. Hij voorzag me prompt van alle informatie, én hij was looking forward to reading my novel. Goed, hij vroeg voorzichtig of ik niet toevallig een ‘murder novel’ aan het schrijven was (‘This hotel is like a home for us, part of our life… They are good friends…’) maar verder liet hij mijn mijn gang. Waarom ook niet. All the best!

Helaas, tien dagen later is het minder best. Ik kreeg zonet een mail van de External Relations Officer van de Bulgari Spa. Ook weer Fwd: Fwd: tot in het oneindige, gevolgd door een koele ‘Dear Mrs Gordts’. Wat volgde was een duidelijk gevalletje fluister-iets-door-tot-de-inhoud-vervormt. ‘We would like to thank you for choosing the Bulgari Hotel during your stay in Milan’. (Eh, I wish!) En: ‘Thank you for your interest in our Spa as setting of your novel.’ (Eh, nou ja, een hoofdstukje lang ofzo.)

Na de misplaatste dankwoorden kwamen de eisen. Of ik even het plot even kon doorsturen? En waar woon ik precies? Want ze moeten mij ‘liaisen’ met mijn lokale PR-agent (stond er echt), ‘in order to assist you on your inquiry’. De tekst zouden ze ook graag lezen, ‘so that we can check that all the reported information on the Spa is correct and in line with our image’. In line with our image?!

Ik heb maar gelijk een kort antwoord gemaild. Dat het allemaal al in orde is. En bedankt.

Hopelijk is daarmee de kous af. Jezus, een mens zou er bijna fictie van gaan schrijven!
Meer, méér...

maandag 8 december 2008

Subsidie 2.0

4 stok(ken) achter de deur

Tussen de soep en de patatten door leerde ik gisteren dat Tchaikovsky (u weet wel, de Russische notenkraker die nu 168 jaar oud zou zijn) werd on-der-hou-den. Naar mijn mening is dat een zeer begerenswaardige positie. Wie wil nou niet onderhouden worden?

Ik heb het niet over de eega-eego relatie. We weten allemaal dat vrouwen niet horen te teren op het geld van hun venten. En omgekeerd natuurlijk. Dat vind ik ook! (Hoewel ik moet toegeven dat ik gaarne te pas en te onpas gefêteerd word. Je bent verwend of je bent het niet.)

Nee, het gaat hier om de band tussen patronus (geen Potter-variant) en clientes. Eerstgenoemde onderhoudt laatstgenoemde, gewoon, for the sake of art! Lekker, toch? Dat is pas subsidie. Ik wou dat ik zo'n geldschieter had. Want na een maand ex-loonslaaf merk ik al hoe het creatieve luikje in mijn hoofd steeds wijder open staat. Kom maar op met dat geld! Dan hoef ik het niet meer te verdienen en kan ik gaan produceren! Aan de lopende band, jongens!

Net als Tchaikovsky. Man, wat had die jongen een fijne patron! Nadeshda von Meck heette ze. Mevrouwtje фон Мекк werd zelf eerst onderhouden door een treintycoon (het is haar gegund; ze baarde 18 kindertjes) maar in 1876 werd ze weduwe van de bovenste plank. Twee jaar later kon Pjotr (toen 38) zijn baantje als professor aan het conservatorium van Moskou opgeven: Von Meck besloot hem jaarlijks zesduizend roebel toe te stoppen. Dat schijnt vijftien keer zoveel te zijn als de fooi waarmee een ambtenaar zijn gezin in leven moest houden. In elk geval was het veel: Von Meck ontving de ene dankbrief na de andere. Zodoende hield de roebelregen wel veertien jaar aan. Nou, ik zou er ook mooi van gaan musiceren, echt wel.

Tegenwoordig zijn ze schaars, die patronnekes. Clientes moeten al lang client zijn voordat ze dollartekens mogen ontwaren in de ogen van Moedertje Staat of andere Moedertjes. Van alle kanten wordt debutanten ten stelligste ontraden te debuteren. Alleen voor een tweede boek krijg je - als je geluk hebt - een zak(je) geld van het Fonds voor de Letteren: 'Debutanten kunnen eenmalig een stimuleringsbeurs aanvragen voor het schrijven van een tweede boek.'

Bij het lezen van zo'n zin kreunen mijn spaarcentjes. Werk dóór, sissen ze me toe, de bodem is nabij! Toevallig luisterde ik na mijn Tchaikovskiaans inzicht naar Q-music. Daar kan je momenteel 61.000 euro winnen (netto, zei de radiomeneer - NETTO). Het enige wat je hoeft te doen, is een geluid raden. Maar ja, dan moet je weer het geluk hebben om je winnende antwoord op de radio te mogen vertellen, na tig sms'jes en telefonische wachtrijen.

Mja.

Ik ga maar weer eens aan de slag. Al dat gedagdroom... Werken, kreng, werken!
Meer, méér...

donderdag 4 december 2008

Jet hag

1 stok(ken) achter de deur

Ontzettend irritant, dit. Het is alsof ik niet kan nadenken, maar dat klopt niet, want ik word overspoeld door te veel gedachten tegelijkertijd.

1. Ik veracht mijn eigen lichaam, dat de afgelopen twee nachten besloot om telkens twaalf uur te slapen. Alsof New York zo ver weg is! Het is gewoon Nieuw Amsterdam, hoor, je moet er heus niet zo'n big deal van maken. Get a grip, stom lijf. Vanochtend schoot het lijf mijn bed pas uit om 11u38. Zo komt er natuurlijk nooit schot in de zaak.

2. Ik luister naar Pink Floyd en denk: all in all, every day is just another brick in the wall. En vervolgens denk ik: my wall is crumbling, where are my bricks? I should go and get myself some bricks. I should do something.

3. De Vrij Nederland laat de werkkamer van Cees Nooteboom zien. Ik tuur naar de houten vloer waarop zijn Eames Aluminium Chair rust. Een vierkante meter naakte, splinterige rauwheid. ‘De uitgesleten plek die bewijst dat schrijven steeds moeilijker wordt’, staat erbij. Ik denk aan mijn eigen vloer.

Wanhopig schud ik mijn hoofd, als een hond die de regen uit zijn vacht schudt. Het kinderkoor van Pink Floyd moet zwijgen; ik ruk de stekker uit het stopcontact. Ik brouw een liter Earl Grey, sla de Vrij Nederland dicht, maak er een onderlegger van voor mijn theepot, en klap mijn laptop open.

Zodra ik een finaal punt heb gezet achter dit idiote blogje, sleur ik JP uit de nevelen van mijn brein en kwak hem zonder medelijden op papier.

Ik hoop dat hij een paar blauwe plekken oploopt. Veel te soft, die gozer.
Meer, méér...