vrijdag 27 februari 2009

me.next

0 stok(ken) achter de deur

Ik trek de stekker uit de oude, gedeukte iPhone van mijn vriend en realiseer me dat ik niet zo'n fan ben van donderdagochtenden. Met het mobieltje in mijn hand duik ik weer onder de dekens. Het bed ruikt naar slaap, naar die heerlijke, allesoverheersende babyslaap die ik zo kan waarderen. Mijn wijsvinger glijdt over het schermpje – zijn oude gadget is mijn nieuwe – en ik geeuw.

Ik heb geen zin in vandaag. Het is 5 februari; morgen valt de deadline voor hoofdstuk vijf. Die zal ik niet halen omdat ik Edgy aan het baren ben, maar dat besef ik dan nog niet.

Ik druk op het envelopje. Sinds ik die iPhone heb, kan ik overal mijn mail checken, zonder dat stomme paswoord in te voeren. Op de wc, voor de tv, in tram twee. En al wie van mij een mobiele mail krijgt, leest onder elk berichtje: Sent with his hePhone. Vind ik leuk, dat soort dingen.


Maar nu niet, nu vind ik weinig leuk. Ik ben moe, ik kan er niets anders van bakken. En ik heb vast alleen maar spam, want de laatste keer dat ik mijn mail checkte, was het al 1u32.

Nee. Ik heb een mailtje met als onderwerp: “interview nrc.next”.

Interview nrc.next?

Ik ga rechtop zitten – de dekens ergeren mij opeens – en lees.

Beste Emily Gordts, Een collega van mij attendeerde me op je blog over hoe het je vergaat nu je hebt besloten een boek te schrijven. Ik ben gaan kijken en lezen en vind het heel intrigerend en leuk. En dacht vervolgens: misschien voel je ervoor om door onze krant te worden geïnterviewd over hoe je dagen in zijn werk gaan. Eigenlijk wat je schrijft, maar dan verteld. We hebben in nrc.next elke vrijdag een groot interview, dat gaat over hoe mensen geinspireerd raken/blijven bij wat ze doen. Dat leek mij een mooie plek. Als je wilt, natuurlijk.

Ik ga nog meer rechtop zitten en trap de dekens van me af. Intrigerend en leuk! Een groot interview! 'Wow!' schreeuw ik. 'Woehoe!!!' Mijn vriend stormt de badkamer uit en kijkt me, verbaasd over zoveel activiteit zo vroeg in de ochtend, scheef aan. Of er wat mis is? Er is niets mis, nee, integendeel! Ik lees de mail aan hem voor, eindigend met: ‘Als je wilt, natuurlijk. Als ik wíl?’ Mijn vriend lacht. ‘Je wil’, zegt hij.

We zijn nu 23 dagen later en het gaat nog gebeuren ook! Op 20 maart word ik geïnterviewd over mijn ‘drive en inspiratie’. Over mijn weblog, mijn roman, mijn o zo belangrijke leventje. Da’s natuurlijk hemels voor een egocentrisch persoontje als ik! Met een beetje mazzel verschijnt het interview op 27 maart in de rubriek ‘Zin’ van nrc.next. Kopen die hap!!!

Ik wil maar zeggen: ik ben nog nooit zo heerlijk gewekt als op 5 februari 2009. Maar ik vrees de nacht van 19 op 20 maart. Slapen wordt een probleem. Meer, méér...

donderdag 19 februari 2009

Le patron? C'est moi!

2 stok(ken) achter de deur

'Toen gaf de grote beer de kleine hoerrrr een knuffel, en beiden vervolgden vrolijk hun eigen weg.'

Zo ongeveer luidde de slotzin van de e-mail die ik gisteren naar de Quote-redactie stuurde. De grote beer, dat was de baas, en de kleine hoerrrr was ik. Ja, ik ben een hoerrrr. Ik weet het.

Het zit zo: ik heb mijn eigen bedrijfje opgericht. Een pr-bedrijfje met mij aan het roer en niemand anders op het dek. 't Heet Edgy (deels naar mijn initialen: op mijn bankpas staat E.D.J.I. Gordts), en ik kan het wel van de daken schreeuwen: Edgy is geboren, en wel op 9 februari om 11:43! Moeder en dochter maken het goed.

Dat mag dan allemaal wel zo zijn, maar toen de ondernemer zich in mij openbaarde, drukte hij – ja, de ondernemer in mij is een hij – de loonslaaf weg. Zonder pardon! Gewoon, hup, daar ging de loonslaaf. Een behoorlijk arrogant schepsel, die ondernemer (en hard ook, heel hard). Maar hij doet het leven wel erg lekker smaken. Het Vrije Bestaan, aaahhh. Ondanks de lange dagen heb ik geen enkele goesting meer in Het Aan Salarisstrookjes Gebonden Bestaan (wat ook nog een stuk minder lekker bekt).

Dus moest ik zwaaien met het handje naar Quote. Dat was niet leuk. Ik zou op 2 maart weer teruggaan en keek alweer uit naar het halvegare zooitje. Het was niet mijn bedoeling om weg te blijven; het idee voor Edgy ontstond pas een paar weken geleden. Maar ja, je kan niet alles hebben, en zoals ik al zei, ik kreeg een grote berenknuffel als afscheid. Grote berenknuffels zijn wél leuk.

Nu ga ik het dus allemaal zelluf doen – en een belangrijke reden daarvoor is dat Edgy mijn schrijversbestaan gaat financieren. Ik word lekker mijn eigen patron! Vandaar dat u de laatste tijd weinig van me hoorde. JP had ik ergens op een vliegtuig naar Amsterdam geparkeerd – fictieve vliegtuigen zijn goed voor het milieu – want ik moest leren hoe offertes eruit zien. En facturen (die zijn best leuk). Ik moest de straat op om potentiële klanten te overtuigen (ik zei het al: hoerrrr). Poeh!

Maar nu daalt het stof weer neder. Structuren worden zichtbaar. En straks ga ik, tussen de bedrijven door, weer lekker tikken. Aan het Boek. Want dat boek komt op de Plank. Dat u er niet aan twijfelt.
Meer, méér...

zondag 8 februari 2009

Ideetje van de mannen

1 stok(ken) achter de deur

Arjan: En, hoe gaat het met je boek?
Ik: Gaat goed, ging beter… Ik zit een beetje vast.
Floris: Ze heeft een writer’s blockie!
Ik: Niet waar! Ik heb géén writer’s block. Bah.
Floris: Weet je wat jij moet doen?

Ik: Nee, wat moet ik doen?
Floris: Je moet alvast alle voorzetsels opschrijven.
Ik: …
Arjan: Ja! En de ‘de’-tjes, en de ‘het’-jes.
Bas: O! En een paar bijvoeglijk naamwoorden na elkaar. Heb je die ook alvast staan.

Arjan: Bijvoeglijk wat?
Floris: Bijvoeglijk naamwoorden. Je weet wel, alles wat je op een doos kan plakken, en onder, voor, tegen, achter…
Ik: Dat zijn voorzetsels.
Floris: Ja, nou, ik was toen ziek. Toen ze dat uitlegden op school. Moeilijk verhaal.

Arjan: Anyway, dan heb je meer dan de helft van je boek al klaar!
Floris: Da's een hoop meer dan wat je tot nu toe bij elkaar hebt gezwoegd!

Bas: En dan zegt je uitgever: “Wat is dít?”
Arjan: En dan zeg jij: “Jaaaah zeg, kerel, je moet wel een beetje moeite voor me doen. Je krijgt het niet cadeau.”
Floris: “Nee, ouwe, je moet het natuurlijk nog wel een beetje in de goede volgorde zetten!”
Arjan: Precies. En dan ben je klaar!


Ik: Top.

Floris: Nog een rondje 43?
Bas: Licor cuarenta y tres...
Arjan: Tijd voor iets sterkers!

Meer, méér...

maandag 2 februari 2009

Bibliobaby

0 stok(ken) achter de deur

Een paar dagen geleden – waarschijnlijk op het moment dat ik mijn honderdduizend kilo wegende snowboard in de Skiraum smeet (leren boarden maakt mij moe, lui en lastig) – werd in een Amerikaanse bibliotheek een baby geboren.

Het was negen uur lokale tijd, en het was een meisje. Persbureau AP meldde het nieuws op droogkomische wijze: ‘There wasn't time to look up any books on obstetrics before a woman gave birth in the Denver Public Library.’ Sariah Trevino – slechts achttien jaar jonger dan haar moeder – is nu een week oud.

Van de bibliotheekmedewerkers kreeg ze een bibliotheekpasje. Een bibliotheekpasje. Tja. Als het wurm geboren was in een (vliegend) vliegtuig, mocht ze haar leven lang gratis vliegen. Is dat een mythe? Ik vrees van wel; het is ongetwijfeld aan de luchtvaartmaatschappij om de pers al dan niet te halen met het uitdelen van een levenslang abonnement. Voor de ambitieuze hoogzwangeren onder ons: check in bij Jazeera Airways en baar je kind ‘in mid-air’. Dat mag vervolgens gratis vliegen tot zijn of haar achttiende. Doet Jazeera moeilijk, drop dan de naam Nancy Majdy. Komt het allemaal goed.

En toch koester ik meer sympathie voor Sariah dan voor frequent flyer Nancy. Een bibliotheek als geboorteplek, daar moet toch een fijn karakter uit voortvloeien? Een bijzonder, beletterd zieltje.

Of misschien niet.

We schrijven 2029, New York City. Lunch time @ KFCDonald’s. Sariah – single mom of two – staat in de keuken en neemt een hap van haar goatburger. Een vettige lok valt voor haar gezicht. In het meestal lege hoofd van haar beste vriendin A’shadieeyah, druk bezig met het frituren van geperste kipblokjes, borrelt een vraag op: waar is Sariah eigenlijk geboren? ‘Denver’, smakt Sariah. ‘Yeah, I was born inside the Public Library. No, seriously. My mom was, like, addicted to reading or something? I don’t know, she gave me away when I was two. But anyway, I was told that, like, as soon as I was born, she tore a couple of pages from an encyclopedia to wrap me up in them. Like a big fat donut or something! Maybe she hoped it would make me smart. I don’t know. But when I heard it, I was like, o my god! I mean, reading is lame!’
Meer, méér...