maandag 25 mei 2009

De strijd om de titel

0 stok(ken) achter de deur

Het is maandag 25 mei, 15:27, en Thomas heeft haast. Hij sms’t me met de vraag of ik al een geniale inval voor een titel heb gehad. Een titel? ‘Hebben we nodig voor de aanbieding’, schrijft Thomas. ‘Gewoon: “De kunstmakelaar”?’

Ik steiger. “De kunstmakelaar”! A la “The Apprentice”, maar dan net niet. Nee, alsjeblieft!

Thomas ziet de bui in dezelfde sms al hangen: ‘Of kun je iets uit dat foute jargon van JP halen? Iets dat de leegheid van de Nieuwe Rijken ironiseert…’ Deadline: morgen.

Hmm…

JP is niet de enige hoofdrolspeler in mijn verhaal, en daar zit het probleem. Hoe moet ik dat uitleggen? Als een boek een wond is, dan is de titel de pleister. Een pleister die slechts de halve wond bedekt, is waardeloos. (Ik heb inderdaad even geen zin in mijn boek – dus jawel, een boek kan een wond zijn, en wel een kloppende wond.)

De moeder van JP is hoofdrolspeler nummer twee. Zij heet Marijke. Marijke heeft zo haar eigen ideeën over kunst. Voor haar is kunst al Kunst als het een beetje mooi is. De plaatjes die ‘haar’ probleemjongeren uit de probleempolsjes schudden, zijn Kunst. De werken van Francis Bacon zijn dat niet. Hoe duur diens werk ook is, Marijke vindt Bacon ranzig. Het is maar goed dat haar echtgenoot niet genoeg geld heeft voor een Bacon, want met de uitwerpselen van zo’n zieke kunstenaar kan onze Marijke niet leven.

Kunst is dus wel degelijk een goed thema voor de titel. Ik stuur mijn ideeën naar mijn woordspeelse vader:

- In/uit de kunst (schrappen wat niet past)
- Ja, kunst!
- Kunst met een grote G
- Ku(ns)t


Mijn voorkeur gaat naar optie nummer vier. De Engelse vertaling (we moeten big thinken) ligt dan voor de hand: (F)art. Mij kan het weinig schelen dat het nogal ordinair is – stel je voor dat ik met een keurige titel kwam.

Helaas, vaders vindt het allemaal te plat, en Thomas is evenmin onder de indruk. Gelukkig schiet paps te hulp. Hij zet zijn littel gree sels in werking, die tussen 16:00 en 17:12 de volgende titels produceren:

- Kunstgebit
- Arty-Farty
- Kunst- en Vliegwerk
- Kunstnet
- Dealergeluk
- Love, Investment & Ego
- Crash Test


Vergeet ook vooral niet Nail to Nail (16:07). Deze laatste titel, zo legt vaders uit, verwijst naar “de naam van een verzekeringscontract binnen de kunstwereld: een werk wordt verzekerd van nagel tot nagel als het naar een tentoonstelling gaat”. Helaas is deze ingeving minder relevant dan dat zij ingenieus is.

Daarna zwakt het goedbedoelde aanbod af. De Belegen Belegger passeert de revue, evenals Het Kunstcomplex en De Muze. Dan Brown meets Suske en Wiske.

Ik roep hem tot de orde met een eureka-mailtje: de winnaar is ongetwijfeld Arty-Farty! Google’s allereerste hit vertelt mij dat deze term precies betekent wat ik bedoel: “Pertaining to, or having an interest in, the arts - often pretentiously and affectedly so.”

Geweldig, toch? Zowel JP als Marijke zijn op hun manier heel erg arty-farty.

Arty-Farty it is! En vindt Thomas van niet, zelfs dan wil ik bij deze mijn dank betuigen aan pap en zijn nog prima functionerende celletjes!
Meer, méér...

donderdag 14 mei 2009

Potdomme - Hans Nijenhuis!!!

3 stok(ken) achter de deur

Wat een geluk dat ik vandaag om 9u49 mijn mail niet checkte. Het resultaat had me drastisch vertraagd, en vertraging was om 9u49 het laatste wat we nodig hadden. We zaten in de auto richting BNR, klant en ik. Bijna te laat: mijn klant zou om 10u10 worden geïnterviewd door Paul van Liempt. Dé Paul van Liempt, ja, van Aan de Slag. Paul van Liempt met de hypnotiserende stem van Paul van Liempt, maar met het hoofd van Onbekende Oudere Man Met Bril.

Dat bleek tien minuten later. Mijn klant was net toegelaten tot het zwevende glazen hokje; ik 'mocht' in de gang wachten, bij een bleke Bose-speaker. Terwijl mijn klant dapper aan zijn verhaal begon, nam ik een slechte iPhoto van de studio.

Had ik mijn iPhone toen gebruikt om mijn mailbox te openen, dan was het moment anders geweest. Het had niet meer in het teken gestaan van mijn klant en zijn geweldige ego, maar van mezelf en mijn geweldige ego. Gelukkig checkte ik mijn mail pas na het interview.

En ja, daar was ie dan: Hans Nijenhuis. Hansnijenhuishansnijenhuis, wie was ook weer hansnijenhuis? Het mailtje was kort en mooi, schijnbaar zó van het hoofd naar Microsoft Outlook getransporteerd. Zou u het té voorspelbaar vinden als ik die e-mail nu - hup! - zou copy-pasten? Nee, dat dacht ik ook niet.

Van: Hans Nijenhuis
Verzonden: donderdag 14 mei 2009 09:49
Aan: Emily Gordts
Onderwerp: jij wij en je boek

Beste Emily,

Sorry voor deze inbraak. We kennen elkaar niet, maar dat gaat hopelijk veranderen. Ik ben je uitgever. Nee dat is overdreven, ik werk sinds een paar weken bij De Bezige Bij / Thomas Rap, maar het is zo’n lekker zinnetje om te zeggen. Graag zou ik je eens ontmoeten. Omdat je boek bij ons verschijnt (Thomas is enthousiast en wat ik van je las enthousiasmeert mij ook), mogelijk verschijnt het zelfs bij Thomas Rap, het fonds dat ik de komende maanden onder mijn hoede neem. Maar eigenlijk ook gewoon omdat ik nieuwsgierig naar je ben. Heb je binnenkort een keer tijd? Bijvoorbeeld ergens vandaag (tot 15 uur), morgen (tot 12 uur), dinsdagochtend of middag, of woensdag vanaf lunchtijd.

Laat maar horen,

Hartelijke groet,

Hans Nijenhuis

Hans Nijenhuis!!! Potdomme - Hans Nijenhuis. Ik was Paul van Liempt meteen vergeten. Dit was Hans Nijenhuis, sinds zes weken operationeel directeur van de Bij en de Bijtjes, de nieuwe Tom van Eck (zo bleek dus) en uiteindelijk de nieuwe Monsieur Amélang (was al bekend)! De misselijkheid die net was verdwenen, kwam gelijk weer aanzetten.

Omdat misselijkheid niet al te lang moet duren, belde ik hem zodra we weer in de auto zaten. Hij antwoordde bijna ogenblikkelijk, en helemaal zelf. Een beetje van de kaart - welke operationeel directeur beantwoordt nou zelf zijn vaste telefoon? - kraamde ik de gebruikelijke rariteiten uit. Maar de afspraak kwam er: lunch, vandaag, 12:30, Brasserie Keyzer. 'Leuk dat je zo snel reageert', zei hij nog, die ietwat vrouwelijk klinkende meneer Nijenhuis die ik Hans moest noemen. Eh, dacht ik, leuk you.

Om 12u20 zat ik paraat in de keyzerlijke serre. Een knikkerkale man kwam binnen en nam plaats in een hoek. Niet veel later arriveerde hij - meneer Nijenhuis die ik Hans moet noemen. En die, nog voordat hij had plaatsgenomen, meldde dat hij Keyzer een lastige ontmoetingsplek vond omdat het hele uitgeverswereldje er belangrijk zat te wezen. Zo was de knikkerkale man in de hoek niemand minder of meer dan Mai Spijkers.

Ach. Mijn interesse ging niet uit naar meneer Spijkers: meneer Nijenhuis had meer haar, al was het grijzer dan ik had verwacht. Een mooi soort grijs, net als dat van Gretha. Misschien was mooi grijs haar een NRC-dingetje, dacht ik nog.

Toen begonnen we. En we hielden niet op, geen moment. Jeetje, wat konden wij babbelen! Niet over de vermeende verkoop van NRC, dat zal allemaal wel. Maar over Literatuur! Over Paul Auster en Italo Calvino, over hem en over mij. Hij bestelde een salade met roquefort, ik een bisque zonder roquefort. Er kwam zelfs Sancerre aan te pas. Mijn gezicht werd steeds roder en ronder.

Twee uur later gaven we elkaar drie zoenen en beloofden we elkaar eeuwige trouw. Nou ja, die trouw gaat morgenochtend officieel pas van start: dan teken ik mijn contract. En medio juni moet ik een titel hebben, want dan gaat de uitgever ermee leuren bij de boekhandels. Ik kom in de voorjaarsaanbieding. Zo heet dat. Het kan ook de najaarsaanbieding heten, ik weet het niet zo goed meer.

Wat ik wel nog goed weet, is dat de Sancerre top was. En dat geldt ook voor meneer Nijenhuis die ik Hans moest noemen.

PS Update 15-05-2009 11u39: contract getekend!!!!!! Meer, méér...

vrijdag 8 mei 2009

De gezellige kwebbelhomo

2 stok(ken) achter de deur

Ik had ‘m: de titel voor mijn roman. Ik was namelijk misnoegd over de titel die in mijn contract staat vermeld. Kom nou, NOG NIET VASTGESTELD bekt niet bepaald lekker, toch?

Een titel moet: origineel zijn, het brein in gang zetten, bij ‘t verhaal passen, een beetje geinig zijn. Na lang wikken en wegen met woordjes en uitdrukkingen had ik ‘m.

Gelijk knalde ik er een e-mail uit.

Van: Emily
Verzonden: woensdag 6 mei 2009 15:33
Aan: Thomas
Onderwerp: Titel

Ik dacht aan de volgende titel trouwens: "Ik, zei de gek". Wat denk je daarvan?

Helaas kwam ie niet helemaal aan, die mooie titel van me.



Van: Thomas
Verzonden: woensdag 6 mei 2009 15:35
Aan: Emily
Onderwerp: RE: Titel

Hmmm. (Zuinig gezicht.) Doet me denken aan een
boek met moppige anekdotes van Albert Mol of zo…




Van: Emily
Verzonden: woensdag 6 mei 2009 15:41
Aan: Thomas
Onderwerp: RE: Titel

Wie is Albert Mol…? :(

Van: Thomas
Verzonden: woensdag 6 mei 2009 15:46
Aan: Emily
Onderwerp: RE: Titel

Een gezellige kwebbelhomo, bekend van de Nederlandse tv van twee
decennia geleden.

Kijk, heb ik weer. Perst een kwebbelhomo zich tussen mijn mooie titel en mij. Wat is dat toch? Alleen “Ik” was geen optie. Dat zou te veel aan “Ik Jan Cremer” doen denken. En JP is Jan Cremer niet.

Trouwens, over JP gesproken, daar kreeg ik ook al last mee. Nogal wat Hollanders associeerden “JP” met die andere JP. Belachelijk! Ik hield voet bij stuk, want sinds wanneer heeft Balkie een patent op zijn initialen? JP werd geboren voordat Balkie de brave baas der Nederlanders werd. En als mijn boek goed genoeg is, wordt die associatie na de tweede alinea weggedrukt door de enige echte JP – die van mij.

Maar ja, die titel. Die is toch wel heel belangrijk. Doet “Ik, zei de gek” u ook denken aan Albert Mol? Ik hoop het niet, want ik vind ‘m leuk. De titel, dan, niet Albert Mol. Kwebbelhomo.
Meer, méér...