maandag 22 februari 2010

Postpartum

2 stok(ken) achter de deur

Na het baren komen de naweeën. Vandaar deze titel. Postpartum schijnt Latijn te zijn voor die periode vlak na het potje baren. Naast postpartum (m., onv.) bevat de Van Dale ook een post-partumdepressie en een post-partumpsychose. Geen van beide heb ik aan den lijve mogen ondervinden.

Gelukkig maar. Depressies en/of psychoses kan ik momenteel missen als RSI. Wie denkt dat een debutant na het indienen van het definitieve manuscript in een gapend gat valt: you’re mistaken. Een manuscript blijkt nooit definitief te zijn. Volgens mij kan je over definitief pas spreken als het boek in volle papieren glorie op de plank staat.

Dat staat het mijne nog niet 25 maart, lieve lezer, 25 maart! Maar eerst even een korte recap. De volgende blogstukjes worden weer ‘normaal’, dat beloof ik.

DE PKM

Op maandag 18 januari wordt het manuscript, gelezen en goedgekeurd door mijn redacteur Thomas, naar de Persklaarmaker
pkm in redacteurentaal gestuurd. De pkm is de eerste mensch die mijn roman zonder voorkennis doorneemt. Hij heet Tomás Kruijer. Ik ken hem niet, hij kent mij niet, en dat is gaaf. Ik wacht zijn ongezouten oordeel gespannen af.

Ik wacht, en ik wacht, en ik wacht. Ondertussen ga ik maar even op vakantie. Ik bedoel, je moet wat.

Op donderdag 4 februari – ik zit in Ischgl – mailt Thomas dat de weledelgestrenge pkm zijn oordeel heeft geveld. ‘Hij is enthousiast over het boek, maar heeft nog wel wat goede, zinvolle kritiek. Alles vooral op woord- en zinsniveau.’ Bij mijn retour twee dagen later ligt een bruine, kartonnen envelop op me te wachten. De bladzijden van mijn manuscript hebben een serieuze portie rode balpen en grijs potlood te verduren gekregen. Dacht ik dat ik geen foutjes maakte? Ik dacht verkeerd. Mijn manuscript blijkt te wemelen van de inhoudelijke inconsistenties en de verkeerd gespelde cijfers (als ik tweehonderd schrijf, moet het 200 zijn, en steevast omgekeerd). Thank you, o wonderful pkm!

Minder wonderful is de stress waarin ik tijdens het verwerken van de opmerkingen schiet: ik lees Arty-farty nu voor het eerst sinds drie weken, en mijn boekkie bevalt me een stuk minder dan gehoopt. Thomas kalmeert me: ik heb nog een week de tijd voor polijstwerk. Dus breng ik het weekend al lezend, schrappend en zuchtend door. Op maandag 15 februari stuur ik de definitieve versie (de hoeveelste is dit al?!) naar Thomas, die het estafettestokje doorgeeft aan de Zetter.

DE MARKETING- EN PUBLICITEITSMEDEWERKER

Lange tussenkop voor een vrouw die ik heel simpel kan omschrijven: Madelon met de zilveren lokken. Marketing- en publiciteitsmedewerkers vind ik over het algemeen glad als makelaars, maar Madelon niet. Prachtig, krachtig, geen hypocriet gelul, geen loze beloftes. Ze komt langs op 9 februari
samen met Hans en maakt duidelijk wat ik kan verwachten (en, ehm, wat niet). Een voorpublicatie my great wish zit er niet in, want ik ben een onbenullig debutantje. Recensies, mwah, da's nog maar de vraag. Maar er komt wél een langgerekte poster. Waar die zoal gaat hangen, is een kwestie van bidden en wachten.

DE ZETTER

Moet de Persklaarmaker de lettertjes aandachtig lezen, de Zetter moet ze zetten. En dat doet hij – Aard Bakker, ‘overigens de zoon van de legendarische uitgever Bert Bakker’, zegt Thomas – bijzonder goed. Op 18 februari zijn alle typografische knopen doorgehakt. Eén ding is zeker: bevalt de inhoud van mijn roman u niet, dan toch zeker wel het binnenwerk.

DE VORMGEEFSTER

Ook het buitenwerk oogt fantastisch. Dat heb ik te danken aan vormgeefster Esther van Gameren. Herinnert u zich nog dat u kon stemmen op het mooiste boekomslag? Nou, dat is dus voor niets geweest. Het spijt me zo. ’t Was een mooi staaltje miscommunicatie: Hans dacht van mij begrepen te hebben dat ik de allereerste cover lelijk vond (waardoor ik dus drie nieuwe covers kreeg voorgeschoteld), maar dat klopte niet. Ik vond alleen het oorspronkelijke bordje
met naam, titel, etc erop een beetje photoshopperig. Toen Esther dat eenmaal begreep, ging ze ijverig aan de slag. Het bordje 2.0 beviel me zeer, en de rest van de oorspronkelijke cover bleef intact. Het basisidee van mijn roman komt in die cover het beste naar voren. Namelijk dat de kunstwereld tegenwoordig meer draait om wat er om de kunst heen zit, dan om de kunst zelf. Vandaar die lege lijst.

DE CORRECTOR

De volgende, nog te nemen stap, is die van de corrector. Deze monsieur ou madame gaat nog maar eens kijken naar alle puntkommaatjes. Ik hoor u denken: geeuw, had de pkm dat niet gedaan? Mais bien sûr. De enige reden die ik kan bedenken, is dat ik de opmerkingen van de pkm zelf heb mogen verwerken. En dat kan ik fout hebben gedaan. Vandaar die corrector, denk ik (maar ik weet het niet zeker). De drukproeven die ik op vrijdag 19 februari heb ontvangen
weer zo'n dikke, bruine envelop op mijn mat gaan morgen weer terug naar de uitgever.

Die zendt ze dus door naar de corrector, en dan? Dan hoop ik dat ze rechtstreeks naar de drukker vliegen. Net zoals u het wel gehad
zult hebben met dit blogstukje, ben ik he-le-maal klaar met mijn manuscript. Ik krijg er bijna een post-partumdepressie van. Bijna - want verder vind ik het natuurlijk hartstikke spannend allemaal. Laat dat boek maar komen. Ik wil het vasthouden. En wel NU!

(Maar ik moet nog wachten tot maandag 22 maart, wanneer mijn boek in het statige pand van De Bezige Bij wordt gepresenteerd. Daarover later meer. Want ook u, o anonieme weblog-lezer, kunt erbij zijn...)
Meer, méér...

woensdag 10 februari 2010

Boekbericht, boekbericht! :)

0 stok(ken) achter de deur


Jazeker, dit bericht werd op 26 januari de wereld in gestuurd door Madelon Witterholt, de zilveren dame van de afdeling Marketing en Publiciteit van De Bezige Bij/Thomas Rap... Ik trots! Meer, méér...