woensdag 28 april 2010

Kletsen op Klara

1 stok(ken) achter de deur

Donderdag 22 april. ‘Zou het niet tof zijn om enkele personages uit je boek op te sporen?’ Het is twee uur ’s middags en Isabel Voets van de VRT legt de lat hoog. Binnen drie uur moet ze een reportage klaar hebben, een flitsend radioverslag waarin ik de bezoekers van Art Brussels het vuur aan de schenen leg. ‘Waar hangt JP uit?’ vraagt Isabel. ‘En heb je al een Charlotte gespot?’

Ik aarzel. Vandaag is de eerste dag van deze kunstbeurs, en de eerste dag is gereserveerd voor de VIPs. Die zijn over het algemeen oprecht in kunst geïnteresseerd; voordat de grote massa binnenstroomt, willen ze hun deals gesloten hebben (of juist niet, maar wel met opzet). Ze ademen kunst, ze dromen kunst – dit allemaal in tegenstelling tot de personages in “Arty-farty”. JP is nergens te bekennen. Als ie al komt opdagen, dan wordt dat pas om 16u, startsein voor de vernissage. Of nog veel later, als de nacht begint te bubbelen op de Arty Party van modeblad Elle.

Maar goed, feit is dat Isabel om 15u aan het monteren moet slaan. We staan bij de Champagne Bar in Hal 1. Daar: we krijgen een stelletje gladde jongens in het vizier. Ze nippen aan de champagne, à 10 euro per glas. Zó Jean-Pierre! Ik haast me erheen, Isabel volgt met haar megamicrofoon. Maar nee, les amis de JP are not amused en wimpelen ons af voordat ik een woord uit mijn strot heb gekregen. Tja. Next!

Onbevreesd als ware nieuwsjagers zoeken we verder... Jonge JP (maar dan galeriehouder, en met meer passie voor kunst): check. Kritische Olivier: check. Vermoeide Charlotte (verzamelaarsvrouw, wel met meer passie voor kunst): check. Gallerina (maar met meer passie voor kunst): check, check, double check...


Om 15u15 ben ik uitgeput en is Isabel tevreden. ‘Zorg dat je om vijf uur op de mezzanine bent,’ zegt ze voordat ze wegstuift. ‘Je bent het tweede item van het programma. Eerst komt de repo, daarna word je geïnterviewd. Hal drie, bij de tapas bar – niet vergeten!’

Niet vergeten, nee. Mijn eerste live interview! Met Heidi Lenaerts van Klara! Heidi Lenaerts is bekend. Niet door mij, maar door mijn broer, groot Klara-fan. Die vindt Heidi supergoed. ‘En ze heeft zo’n mooie stem...’

17u. Ik ben er. De studio waarvandaan Klara live uitzend, is in tegenstelling tot mijn verwachtingen geen geluidsdichte kubus. Gewoon een tafel met daarnaast een soort deejay-equipment. Ik zie een gestresste Isabel, die het toegestroomde publiek op witleren krukjes geen blik waardig gunt. Ze is nog druk aan het monteren. Aan de interviewtafel zit Heidi Lenaerts, haar jonge koppie verborgen achter een megamicrofoon. Is ze nerveus? Een kleine dame trippelt naar me toe, dolblij mij te zien. ‘De eerste gast is nog niet gearriveerd,’ fluistert ze. ‘Als hij niet snel komt opdagen, word jij het eerste item, oké?’ Ik knik. Kan mij het schelen of ik het eerste of het laatste item word! Ik word een item! Kom maar op!

Mijn voorganger meldt zich net op tijd. Heidi schikt haar bleekblonde haar. Go? Go. Ze begint in de megamicrofoon te praten. De Klara-banner achter haar wappert tevreden, de lieve luisteraars smelten van geluk. Babel, het dagelijkse cultuurprogramma van de KLAssieke Radio, is begonnen.

Item één is bijna af. Ik word met de minuut onrustiger. En dan: een liedje. Item één ruimt het veld; ik word gewenkt. Heidi Lenaerts en ik schudden handjes, maar dat moment duurt kort: ze moet haar vragen herzien, want de repo komt nu toch pas als slot van het item. Isabel monteert nog steeds...

Ik wacht. Vraag een glaasje water, krijg een glaasje water, blijf wachten, wacht nog wat meer. ‘Ik heb je boek gelezen,’ zegt Heidi Lenaerts opeens. Ze kijkt me aan, we hebben contact. ‘Met heel veel plezier. Ik heb het in één ruk uitgelezen!’

Ik lach. Te hard, maar de zenuwen verliezen het van mijn opluchting. Heidi steekt haar hand uit naar de deejay en zegt iets dat betekent: we gaan live. Drie, twee, één, en: ‘Schrijfster Emily Gordts zit bij mij, zij schreef “Arty-farty”, over de hedendaagse kunstwereld. Goeie avond!’

Mijn eerste live interview op de Belgische radio - let the games begin!


Beluister het interview hier...

Muziek, en het is voorbij. Ik heb het overleefd. Heidi glimlacht me toe en duwt haar doorleefde exemplaar van “Arty-farty” naar me toe. ‘Wil je het signeren voor mij?’ vraagt ze. Ik wil, Heidi, ik wil. Al vroeg je me van het dak van de Expo te springen. Maar nog even niet: daar begint de reportage. Ik moest naar de repo luisteren. En lachen.
Meer, méér...

vrijdag 16 april 2010

Joost Zwagerman over ‘Arty-farty’: lekker, snel en swingend

2 stok(ken) achter de deur

Heeft u ‘Duel’ inmiddels gelezen, lieve lezer? U weet wel: het bonusboek dat u van uw letterleverancier ontving tijdens de vorige Boekenweek. Het werd gedrukt in een oplage van 958.000. (Gemist? Woont u vast in een wifiloze grot, al dan niet in de Belgische Ardennen.)

Gemist of niet, zie het plaatje hiernaast. De omslag van ‘Duel’, jawel. Valt u iets op? Die gouden lijst misschien? Ook leeg, ook symbolisch… Net als ‘Arty-farty’ biedt ‘Duel’ een Kritische Kijk op de hedendaagse kunstwereld. En om de vergelijking te voltooien: beide romans eindigen met een dubbele epiloog.

U kunt wel raden wie ik uitnodigde voor mijn lanceringsfeestje. En wie niet kwam. (Wat trouwens erg begrijpelijk was: Joost Zwagerman had net een Boekenmáánd achter de rug en was totaal gesloopt.) Wat u niet kunt raden, is dat hij aanbood mijn debuut te lezen. En van commentaar te voorzien…

Een mailwisseling volgde. Voor u, lieve lezer, met goedkeuring van de grote Z, een selectie!

7 april, 19:26

Ha Emily, boek ontvangen. Dank je! Eerste hoofdstuk gelezen - leest als een trein, erg amusant, ik zie wel een parallel met mijn 'Gimmick!' uit 1989.

Groet! J

7 april, 22:11

:) Blij dat m'n boek nog leefde toen je 'm opraapte... Hij donderde met zo'n harde klap in je huis! Een knal van een binnenkomst... Net als mijn eerste hoofdstuk. Dat knalt te hard, vind ik nu – achteraf. Heb ik niets aan, nu, maar ik léér ervan. *puke*

Emily

7 april, 23:45

Ik ben nu ongeveer halverwege... Wat is er mis met het eerste hoofdstuk? Mag best hard knallen.

Ik ga morgen verder lezen – het is een 'lekker' boek, hoor, snel en swingend. Groet! J

8 april, 14:06

Een lekker boek, zegt de grote Zwagerman, snel en swingend!!! Tjonge jonge, dat is echt gaaf...
Benieuwd of het lekker, snel en swingend blijft! :)

DANK!!
Emily

12 april, 22:07

Ha Emily, 'Arty-farty' nu uit; mijn complimenten.

Ik vind overigens de eerste helft van het boek wél in orde, hoor. Ietsje meer moeite had ik met een of twee hoofdstukken uit de tweede helft, vooral wanneer het gesprek tussen moeder, vader, zoon en Annie zich voltrekt. In dat hoofdstuk is de vader, metaforisch gezien, wel vier dieren, kort achter elkaar. Dat is wat veel van het goede. Verder is de vader iemand met niet éen goede eigenschap. Moeder en zoon vind ik het best 'getekend', zeg maar.

Afloop zag ik niet direct aankomen, hoewel de vooruitwijzing naar China en gif in poedermelk ons natuurlijk wel in die richting manoeuvreert. Ik had wel het idee dat je tegen het einde je natuurlijke distantie als verteller/schrijver ietsje verloor. Er bleef niets meer over van de vader, een boeman en een hufter was en is het – had hij niet een sprankje sympathieke eigenschappen mee kunnen krijgen? Dat had het wat 'ronder' gemaakt.

Maar dit zijn opmerkingen in de marge, ik heb ‘Arty-farty’ met veel plezier gelezen.

Groet! J
Heerlijk, toch? En hij heeft helemaal gelijk. Ook dat nog! Ben snel vriendjes geworden met Joost Zwagerman op Facebook...

...waardoor ik vandaag dit te zien kreeg:


Dirk Leyman! Hihi. ‘t Kan verkeren, zei Bredero, en hij kon het weten. Meer, méér...

woensdag 14 april 2010

'Arty-farty' in De Morgen

6 stok(ken) achter de deur

In een ‘oud’ maar nog steeds zeer lezenswaardig artikel van De Groene Amsterdammer las ik onlangs over het lot van debutanten. Debutanten die beschikken over een beetje ‘nieuw, fris geluid’, zo schreef journalist Jasper Henderson, kunnen rekenen op recensies. ‘Over het algemeen zijn de toon en het oordeel van de recensie welwillend: enkele kinderziektes worden aangestipt, een paar ongelukkige formuleringen worden er uitgepikt, maar de auteur krijgt het voordeel van de twijfel, het is immers een debuut.’

Nou is dit debutantje met d’r neus in de boter gevallen, lieve lezer! Vandaag werd een recensie van ‘Arty-farty’ gepubliceerd in De Morgen. De Morgen, ja! Ik hou van De Morgen. Goed formaat ook.

Enfin, over de toon en het oordeel van ‘mijn’ recensie valt te twisten, maar ik sta dus in De Morgen. Twee keer zelfs: het stuk werd door de redactie zo opzienbarend geacht, dat het de dag voordien zelfs werd áángekondigd.

Nu weet ik waarom. Recensent was niet eender wie. Het was De Papieren Man. Jawel: Dirk Leyman vond ‘Arty-farty’ interessant genoeg om het te bespreken!

Zat m’n neus in de boter, de rest volgde snel. De recensie staat vol rake zinnen. Deze bijvoorbeeld, erg mooi, moet je horen:

Dat ze goed ingevoerd is in de holle uitwassen van de kunsthandel, willen we best geloven. Toch is het belangrijkste effect van [Gordts’] spervuur van opgepimpte dialogen en taferelen een stiknerveus gevoel, alsof je plots in het nauw wordt gedreven.

Nu was het inderdaad mijn bedoeling de lezer in het nauw te drijven; zelf word ik immers ook stiknerveus van al die ‘omhooggevallen kunstcommerçanten’ met of zonder ‘flitsende dollartekens in de ogen’, en van die zwermen gallerina’s, allesbehalve ‘wezenlijk geïnteresseerd in artistieke drijfveren of in authenticiteit’. Papieren Man, chapeau!

Hij gaat verder:

Zeker is dat mijn bloeddrukwaarden tijdens het lezen van Arty-farty gevaarlijke hoogten moeten hebben bereikt. Gordts levert een ware uitputtingsslag.

Hulde! Mijn bloeddruk was eveneens zorgwekkend hoog toen ik al die ‘fletse oneliners’ en ‘geleende grappen’ op JP’s lippen legde. Het schrijven van ‘Arty-farty’ was bijzonder vermoeiend.

Tegen het einde van de recensie wordt JP geciteerd op een nogal ongelukkig moment. De arme jongen heeft net een strikvraag van zijn baas geïncasseerd: “Wat betekent kunst voor jou?” Het antwoord is niet bepaald drukinktwaardig. JP hakkelt (en Leyman citeert): “Voor mij betekent kunst uiteraard heel erg veel, maar voor de nieuwe rijken veel te weinig.”

O Jean-Pierre, jongen toch. Ik kan me de plaatsvervangende schaamte nog herinneren toen ik die zin noteerde – een gevoel dat mijn tenen deed krullen. Kon JP dan echt niets beters bedenken? Nee, daar was hij niet toe in staat, dat was overduidelijk. Toch?

Meer, méér...

vrijdag 9 april 2010

“Leeg, glad en hijgerig” versus “een scherp boek”

7 stok(ken) achter de deur

‘Een recensent, dat is een man, die alles weet maar zelf niets kan.’
(Ernst von Wildenbruch, 1902)


Ja, uit zon citaat blijkt wel dat ze het een eeuw geleden al wisten: recensies, hé, wat moet je ermee? Zijn ze goed – goed doordacht – dan heeft een schrijver er heel wat aan, zeker een debutantje. Je steekt er wat van op, baalt dat je niet beter bent, niets aan de hand. Zijn de recensies ook nog eens positief, dan – o – dan vult de borst van de schrijver zich met liefde voor de recensent in kwestie.

Bewondering, het mooiste liefdeslied.

Maar u begrijpt het: in mijn borst valt geen greintje liefde te bespeuren. In elk geval niet voor de eerste recensent die mijn debuutroman onder handen nam, en gelijk vermorzelde. Dat deed ie inmiddels twee weken geleden, maar ik ben er nog steeds niet goed van. Ik zeg u: een slechte recensie kan de gezondheid ernstig schade berokkenen, met een sip lipje als symptoom.

De Leeuwarder Courant, 26 maart:


Ik vermoed dat deze meneer – ik noem hem Nelson Harmkes – ‘Arty-farty’ niet heeft uitgelezen. (Dat moet me natuurlijk al het zwijgen opleggen: niets zo erg als een recensent die niet eens tot de laatste bladzijde raakt.) Waarom ik dat vermoed? Omdat de eerste helft van mijn roman absoluut leeg, glad en hijgerig is. Dat was de bedoeling. De kant van de kunstwereld die ik beschrijf, ís leeg, glad en hijgerig. Pas daarna gaat het kantelen, wordt het rustiger, komt het goed – literair gezien dan.

Beteuterd stuurde ik de recensie door naar mijn drie-eenheid: lezer (Frans), redacteur (Thomas) en vader (papa).

Frans mailde terug:
‘Ik sla het boek even open en zie meteen de zin “Het zwembad ligt er sfinxachtig bij, alsof de wereld nooit een moment zonder dit zwembad heeft gekend.” Mooi en niet glad of hijgerig!’
Thomas mailde terug:
‘Who the hell is Nelson Harmkes??? Waarschijnlijk een geborneerde, humorloze, trage, zweterige, zwatelende, zanikende zestiger. Het melamine-schandaal een “incidentje”? Charlotte's goodwill-werkzaamheden “hippe gedragingen”? Deze man is te dom voor dit boek.’
Papa mailde terug:
‘Nelson Harmkes is de zoon van Nelson Harm. Leeft in de schaduw van zijn vader in een plaggenhut met strooien dak en is er nog nooit in geslaagd een boek te schrijven. Dan is ie maar recensent geworden.’
Zo.

Ik laat de beste man (die me - nu ik die reacties herlas – toch vooral vult met medelijden) trouwens anoniem. Ik weet niet zo goed waarom. Misschien omdat ik hem niet heb gevraagd of ie afgekraakt wilde worden.

Hmm.

Nu het goede nieuws: hij heeft helemaal geen gelijk, maar Maarten Asscher, invloedrijk directeur van de Athenaeum Boekhandel in Amsterdam, wel. Die mailde immers het volgende, via mijn goede vriend Frans:
On 17/03/10 14:57, “Maarten Asscher” (via “Frans Goddijn”) wrote:

Dag Frans,

Scherp boek, hoor, van Emily Gordts. Ik heb het pardoes bijna uit gelezen, gisteravond, wat op zich al een compliment is (want een mens heeft al zoveel boeken klaarliggen). De types uit de kunstscene worden pijnlijk scherp neergezet, zonder dat ze louter typetjes worden. Zijn er al plannen voor film of tv? Hoe dan ook, succes aan de auteur, en een vrolijke presentatie gewenst op de 22ste (waar ik helaas niet bij zal zijn).

Groet,

Maarten

P.S. Wij hebben het boek bij aanbieding besteld, dus het zal hier zeker liggen!
Of, om nog maar eens een Duitser aan te halen die ik alleen via citaten.net ken:

‘Wij houden het meest van ervaringen die onze meningen bevestigen.’
(Sigmund Graf, ergens tussen 1899 en 1979)



Maarten, dank.
Meer, méér...

donderdag 1 april 2010

In het hol van de leeuw

3 stok(ken) achter de deur

Een schooltje in een dorp dat meer lettergrepen dan inwoners telde (Re-tran-che-ment), dáár hield ik afgelopen zaterdag mijn eerste voorlees- en signeersessie. Het hol van de leeuw, jawel. Dat lag niet aan het hol, maar aan de leeuw: mijn ouders hadden honderd vrienden en kennissen uitgenodigd om hen te laten zien dat Hun Dochter niet alleen kon Schrijven, maar ook nog eens kon Spreken. Ja ja.

Ze deden het om goed te doen, en ze deden het zeer goed: er kwamen zeker 75 man opdagen, en alle 84 meegenomen exemplaren van Arty-farty liggen inmiddels op nachtkastjes in Knokke, Kortrijk, Antwerpen, Gent en Brussel.

Op de hoge deuren van D’Ouwe Schoole had mijn moeder twee posters geplakt, met daarop mijn veramerikaanste gezicht en de cover van Arty-farty. De koffieslurpende Zeelanders die op een terrasje daartegenover zaten, moeten het maar raar gevonden hebben. De slagzin die ik voor de poster bedacht – ‘Als alleen kunst je nog kan redden’ – stak nog schriller af tegen het zaaltje dat ik binnen aantrof. Op een podium waar de lagere school een dag eerder had ‘opgetreden’, had men een soort troon gezet. Een stoel met rode bekleding, waar ik waarschijnlijk plaats moest nemen als een soort Sinterklaas. De gasten zouden op het kotskleurige linoleum moeten blijven staan.

Of ze dat leuk zouden vinden, viel te bezien. Er zaten bijzondere types tussen, nogal arty-farty eigenlijk, maar dat mag ik niet zeggen, net zoals zij niet mochten zeggen dat ze stiekem alleen waren gekomen om mijn moeder een pleziertje te doen, en niet om mij te horen voorlezen. Ik hield een korte toespraak (klik voor een leesbare versie) (enfin, u moet het nog maar kúnnen lezen):





Daarna las ik, verspreid over de middag, drie stukjes voor, waarvan er slechts één niet over kunst ging. Dat kreeg dan ook gelijk het slapste applaus. Ik zag er de humor wel van in. Driekwart van de genodigden zat in de kunst, dus kunst konden ze krijgen. Het succes straalt af op de foto’s die de immer geweldige Frans Goddijn van deze arty party maakte, hier te zien.

Achteraf kreeg ik volop mailtjes van mensen die het boek hadden gelezen. Veel recensies heeft Arty-farty nog niet gekregen; dit is wellicht een mooi alternatief. Heel objectief, natuurlijk...



‘Het boek is gelezen; in enen trek en heb ervan genoten. Je epiloog was schitterend, als een goede île flottante – je weet hoe moeilijk het is om dat dessert goed te maken, neen?’
– O.M.

‘Je hebt een fantastische, sappige taal! Heel vlot en leuk te lezen... en ook heel verrijkend! In het Frans zou het Les aléas d'une famille très comme il faut kunnen heten...’
– C.K.

‘We zijn ondertussen het boek aan het lezen: heel vlot, boeiend en ook gedurfd!’
– P. & M.K.

‘Ik had mezelf opgelegd om te wachten met je boek te beginnen lezen tot vrijdag (vliegtuig naar NY) maar ik heb het niet kunnen laten… Ik ben toch al een eindje gevorderd en ik vind het heel onderhoudend geschreven. Zal op zoek moeten gaan naar een ander boek voor mijn vlucht!’
– S.V.

‘Het boek heeft een enorme vaart. Er zit humor in. Ik heb veel en vaak gegniffeld. Het milieu waarin het verhaal zich afspeelt, vind ik goed getroffen en het bevalt mij wel dat je het op de korrel neemt.’
– M.H.

Ik heb het boek Arty-farty vanochtend in bed uitgelezen. Vond het steeds sterker worden, kon het niet meer wegleggen. Prachtig zoals de verhalen bij elkaar komen, heel subtiel uiteindelijk.
– L.G.





Aan de ‘echte’ recensies (en wat die doen met een debutantje) wijd ik binnenkort een blogpostje! Maar dan moet u nu toch echt m’n roman bestellen, hoor. Gelukkig is Thomas Rap een moderne uitgeverij. Bestel Arty-farty hier! Meer, méér...