Robbert Ammerlaan deinst niet terug voor babyblauw. Niet bij het ondertekenen van mijn contract, tenminste. Dat eindigt met “De uitgever”. In zwarte, duffe, Times New Roman-lettertjes. Met een duppelpunt erachter. Maar dan daaronder: de signatuur van De Opperbij. Krachtig, machtig, simpelweg práchtig. In ‘t babyblauw.
Het mooie is dat de binnenkant van de envelop óók babyblauw is. Zou hij daarop letten, de grote uitgever? Ik denk van wel. Ik denk dat mijnheer Ammerlaan een pietje-precies is. In zijn magnifieke kantoor zie ik hem zitten, een glaasje whisky in de ene hand, een blinkende Mont Blanc in de andere. De patroontjes gevuld met blauwe inkt, zorgvuldig geselecteerd in een Zuid-Franse papeterie. Bleu bébé, en effet, blue bébé.
Wie weet heeft hij wel een huisje in Frankrijk. En als het dorpsplein oversteekt, een uurtje voor het slapengaan misschien, wordt hij door alle boertjes begroet. Met ontzag. “Bonsoir, monsieur Amélang, bonsoir!” Zodra hij weg is, steken ze hun gebruinde koppen bij elkaar. “C’est vraiment un homme de détail, ce monsieur Amélang, hein?” Zo gaat dat dan, elke keer weer. Un homme de détail.
Alles voor de Kunst dus, bij Robbert Ammerlaan? Helaas: nee.
In mijn hart mag ik mijnheer Ammerlaan wel. Maar mijn hoofd, tja, mijn hoofd doet niet mee. Dat contract hé, lieve lezer. Dat contract is echt érg. Ik kan het nog velen dat uitgevers slechts 10% van de inkomsten aan hun auteurs uitkeren. Vond ik slikken, maar een boekkie maken en distribueren, dat kost wat. Snap ik ook wel.
Echter.
Stel dat er een film verschijnt (waar de uitgever toch behoorlijk weinig mee te maken heeft). Weet u wat er dan gebeurt, volgens het ‘modelcontract voor de uitgave van oorspronkelijk Nederlandstalig literair werk vastgesteld per 1 juli 2004, als herziene versie van het per 1 juli 2002 geldende modelcontract, door de Literaire Uitgeversgroep van de Groep Algemene Uitgevers en de Vereniging van Letterkundigen, deel uitmakend van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers’?
Weet u, beste lezer, wat er dán gebeurt? Dan pakt die aardige uitgever met zijn babyblauwe inkt gaarne 60% van de inkomsten. Much obliged, yes indeed.
En wordt het boek vertaald? Très bien, absolutely wonderful, zegt die aardige uitgever dan. En ook: that will be 60% then, merci beaucoup.
En o, laat ik vooral Artikel 1.9 niet vergeten: “Indien de auteur, al dan niet in samenwerking met een derde, na opzegging van het exploitatierecht dat recht zelf gaat uitoefenen, behoudt de uitgever aanspraak op 50% van het blijkens dit artikel overeengekomen aandeel van de uitgever.”
Zucht.
Nu hoor ik mijnheer Ammerlaan ook zuchten. Heel diep. En ik hoor hem denken: “Meisje, het is graag of niet!”
Het is graag of niet, ja, zo gaat dat met een debutantje trammelantje.
En toch moet ik er nog heel even heel diep over nadenken. Ik wil best buigen, maar niet zomaar. Ik ben tenslotte une femme de détail.
dinsdag 7 april 2009
Buigen of barsten
Geschreven door
Emily Gordts
om
17:58
Categorie
het grote boekproject
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
4 opmerkingen:
Niet voor niets is het synoniem van 'uitgever', verkwister of verspiller! :) Laat je niet kennen! Schrijven kan je, als de beste!
Hi Em,
Ik heb je blog even zitten bijlezen, liep wat maandjes achter. Maar, spannend joh! Wat goed allemaal, en heel dapper dat je een eigen bedrijf bent begonnen.
Liefs van je voormalig Elsevier-collega Claudia
When can I read the first draft?
Kiss,
Thuur
@ Anoniem
Haha!!!!! Uit-gever, die is goed! Had ik nog niet aan gedacht. Straks zeg ik nog tegen Monsieur Amélang: "Uitgever die je bent!" :)
@ Claudia
Ik hoorde dat je bij HP/De Tijd zit, joh! Geweldig... Superblij voor je! Dank je voor je reactie ook, dikke knuffel!
@ Thuur
Architecthuur....... Toch maar met jezelf in zee gegaan? Alleen? Ben razend benieuwd!
Een reactie posten