donderdag 21 januari 2010

Resumé der laatste loodjes

4 stok(ken) achter de deur

Ik durf te zeggen dat ik nog nooit tijden als deze heb beleefd. Tijden van nachten na elkaar opblijven, van gespannen wachten op dat ene sms’je of e-mailtje, van een gat in de lucht springen als de boodschap positief blijkt. En nee, ik ben niet verliefd. Niet op een ander, althans. Op Arty-farty, en (met u, lieve lezer, moet ik eerlijk blijven) een heel klein beetje (veel) op mezelf. Wat de critici ook van mijn debuut zullen zeggen, ik ben er hartstikke trots op! :)

© onderstaande foto: Frans Goddijn












Zondag 27 december 2009


Het einde van Arty-farty is in zicht. Maar dat zicht is niet al te best met al die dichte mist in mijn hoofd. Wat als ik het niet haal? De deadline valt op 4 januari en ik moet nog hoofdstuk 18, 19, de epiloog en het dankwoord. Good luck to me.

Dinsdag 29 december 2009

Twee nachten doorgeschreven tot 02:30 en klaar met 18, 19 en de helft van de
epiloog. Mijn lichaam is moe, maar mijn geest stuitert in het rond. Dit is de beste periode in mijn korte schrijversbestaan!

Donderdag 31 december 2009

Om 17u, twee uur voordat mijn schoonfamilie aanschuift voor het oudejaarsdiner, zet ik er een streep onder. Wat mij betreft is Arty-farty af. En lekker dat dat voelt! Ben tevreden, dat scheelt... Voordat ik met koken begin (geen tijd om als een mislukte kaassoufflé in elkaar te zakken), stuur ik het manuscript naar mijn drie meelezers, hopende dat zij het snel lezen. Dan kan ik hun opmerkingen nog verwerken voordat ik het manuscript naar de uitgeverij stuur.

Zaterdag 2 januari 2010

Ik kan de opmerkingen van twee meelezers al verwerken. Grappig: ze halen er andere foutjes uit. Die zijn trouwens niet op twee handen te tellen. Eindoordeel van Frans: ‘Veel plekken waar je extra werk aan hebt gedaan passen nu precies, da's erg mooi om te zien. Nogmaals gefeliciteerd met je mooie debuutroman!! Veel plusjes overal!’ Papa is ook tevreden, en mijn stijl doet hem bovendien denken aan ene William Hogarth. Nog nooit van gehoord - maar dat papa me met een Echte Schrijver vergelijkt
!!! Ben in de wolken.

Zondag 3 januari 2010

Commentaar van derde meelezer - mijn steun en toeverlaat Annick - komt binnen. ‘Ik vind het einde heel geslaagd, die hoofdstukken had ik nog niet gelezen. De epiloog is super! De overgang tussen de hoofdstukken is erg goed en de afwisseling JP-Charlotte leest heel lekker. Ik lees ze allebei even graag, ze zijn zo heerlijk verschillend.’ Rondedansje!! Mijn lief wordt een beetje moe van mij; de verwachte
uitputtingsfase blijft uit. Elf minuten na middernacht stuur ik mijn manuscript naar Thomas (mijn redacteur) en Hans (mijn uitgever). Hoe dat voelt? Een beetje eng. Maar het had enger gekund. Noem het arrogantie, maar ik heb het gevoel dat zij net zo blij zullen zijn als ik.

Maandag 4 januari 2010


Om 11:35 e-mailt Hans dat hij me net heeft geprint. ‘Je gaat zo in mijn tas.’ Dat vind ik wel wat, in Hans z’n tas gaan. Om 12:02 meldt ook Thomas zich: ‘Ik ga de laatste versie NU lezen en bel je morgen om te praten over hoe we verder gaan. Zet je schrap, here we go!’ Ik zet me schrap. En wacht. En wacht. En wacht.

Dinsdag 5 januari 2010

Om 14:55 vind ik dat ik genoeg heb gewacht. Ik sms Thomas of hij al een oordeel paraat heeft. Mijn zenuwen spannen zich. Precies een half uur later kunnen ze verslappen: een sms van Thomas piept de spanning weg. ‘Ha Emily, ja, ik heb het gisteravond ademloos uitgelezen. Je hebt formidabel werk verzet. Nu nog een laatste maal door de molen om het helemaal perfect te krijgen. Ik zie nog wel een paar verbeterpuntjes. Kunnen we morgen overleggen of do-ochtend? Th.’ Ademloos! Formidabel werk! En straks is Arty-farty helemaal perfect! Dat ik nog wat werk moet verrichten, kan me niet schelen.

Woensdag 6 januari 2010

En ook Hans is tevreden! ‘Prachtig boek, Emily, kan niet anders zeggen. Ontroerend ook. De verhaallijnen lopen prachtig naar elkaar. Hier gaan lezers veel plezier aan bleven.’ Hoera, hoera, hoeraaaaaaaaaaaaaaaa!!!!!!!!!!!!!!

Donderdag 7 januari 2010

Om 11u belt Thomas aan. De Meeting der Meetings breekt aan. Uit zijn leren boekentas diept Thomas m’n manuscript op - zoals het hoort vol rode lettertjes. Dat stemt me tevreden; ik smachtte naar Thomas’ commentaar op zinsniveau. We ploegen alles door. Nog wat kleine punten, plus enkele passages herschrijven, maar ook twee grote veranderingen. Met de eerste ben ik het onmiddellijk eens: de eerste helft van hoofdstuk 1 is veel te druk. Herschrijven, die hap. Van de tweede suggestie slik ik: Thomas stelt voor een personage te schrappen. Corinne,
Charlotte’s nicht, lijkt te zeer op Charlotte’s beste vriendin Annie. Ik zie heus wel dat Thomas gelijk heeft - maar Corinne? Corinne is Corinne; zij kan er toch niet zomaar uit? Lichte paniekaanval. Thomas probeert me te kalmeren: ik heb nog tot 15 januari om Corinne chirurgisch te verwijderen. Oké dan...

Vrijdag 8 januari 2010

De kleine wijzigingen voer ik door, maar voor de rest heb ik geen fut meer.

Maandag 11 januari 2010

Na een heerlijk leeg weekend begin ik aan het herschrijven van enkele passages. Dat valt me zwaar: ik ben volledig opgebrand. ‘Ik merk dat ik een beetje faalangst heb,’ schrijf ik aan Frans, ‘ik ben bang het te verkloten, excusez le mot.’ Voor mijn gevoel was Arty-farty al af. Oké, ik zie ook wel dat dat simpelweg niet klopt, maar vertel dat maar eens aan mijn brein. Dat is er klaar mee, en wel helemaal. Ik stel het herschrijven nog maar even uit en ‘doe’ het dankwoord. Da’s dan één vinkje.

Dinsdag 12 januari 2010

Hoofdstuk 14 aangepast. Veel beter nu. Maar o, wat ben ik moe...

Woensdag 13 januari 2010

Corinne is dood, lang leve Annie. Hoofdstuk 18 beslaat nu twee A4’tjes, hoofdstuk 19 is drie keer zo lang. Kan dat wel? Urghhh... Zombie, c'est moi.

Donderdag 14 januari 2010

Het is raar, maar ik durf gewoon niet aan het herschrijven van hoofdstuk 1 te beginnen. Hoofdstuk 1! Da’s het eerste wat men zal lezen. Superbelangrijk dus. Té belangrijk. Ik herschrijf nog wat passages, maar aan hoofdstuk 1 brand ik mijn vingers niet... tot middernacht. Een switch in mijn hoofd zegt klik. Ik schrijf tot 3u ’s nachts. Hoofdstuk 1 is af, en ik ben er nog blij mee ook! Waar is de tijd van onzekerheid gebleven? (Die had wel wat, nietwaar?)

Vrijdag 15 januari 2010

Ik ben een kaasschaaf. Ik schaaf me te pletter. Dit is mijn laatste kans, wat wil je? Om 16u ben ik klaar.
Thomas sms’t dat hij morgen met lezen kan beginnen, dus ik besluit alles nog 'even' van begin tot eind lezen...

Zaterdag 16 januari 2010

... en dat ‘even’ duurde gisteren tot 03:30 (en toen zat ik pas aan de helft). Om elf uur vanochtend begin ik aan de tweede helft. Ook maar ‘even’ - not! Ik ben pas klaar als de zon allang is gezakt. En dan merk dat ik (i) nog in pyjama zit; (ii) nodig moet plassen; (iii) enorme honger, dorst en rugpijn heb. Maar het is af. Eindelijk. Om 19:41 verstuur ik het definitieve manuscript (en nu écht definitief, want ik heb er schoon genoeg van) naar Thomas. Om 01:01 ontvang ik het verlossende sms’je: ‘Lieve Emily, al je aanpassingen bekeken: wow, wat heb je er nog veel aan weten te verbeteren. Het is echt een erg sterke roman nu. Ik stel voor dat we het manuscript maandag richting persklaarmaker sturen. Mijn allerlaatste puntjes kun je dan samen met zijn commentaar verwerken. Neem nu een paar dagen rust, dat heb je wel verdiend! Th.’

Meer, méér...

zondag 10 januari 2010

En dan nu: 'Dagen Van Gras', The Beatles op papier

0 stok(ken) achter de deur

Zondagmiddag, halfdrie. Buiten sneeuwt het dikke vlokken, binnen speelt Michelle van The Beatles. Het is goed, alles is goed. Ik ben nog in pyjama, ik moet alles nog doen. Maar nu even niet.

Naast me ligt Dagen van gras, net uit. Het is ’m gelukt, Philip Huff uit 1984. Het is ’m gelukt een roman te schrijven die Michelle evenaart. Dagen van gras is Michelle op papier. Dezelfde melodie, dezelfde harmonie. Ik kan het niet anders zeggen. De compositie klopt.

Huffs debuut is simpel, eerst. ‘Ik heet Ben’, lees je in de proloog, en dat klopt: de ik-persoon heet Ben. Te simpel, denk je misschien even. Maar te simpel kan niet. Dat is net als te mooi, of te gelukkig. Het kan niet. Echt niet.

Wat ik precies bedoel, kan Ben zélf het best verwoorden. In een brief naar zijn Engelse vader schrijft hij ‘dat Ben Jansch een van de beste gitaristen aller tijden is door de noten die hij niet speelt (dat door wat hij niet doet, hij dus wel de gitarist is die hij is)’. Ben wil trouwens ook zeggen dat hij de verjaardag van zijn vader niet vergeten is, maar hem heeft geboycot. Zo’n melodie bedoel ik dus.

Lees de achterflap nou niet. Die doet geen recht aan de inhoud. Denk aan Michelle: daarin zingt Paul McCartney over een meisje dat zijn taal niet begrijpt, dus beperkt hij zich tot ‘I love you’. Maar daar gaat het lied niet over. The Beatles waren méér dan vier langharige, vier verveelde jongens die elkaar toevallig troffen. Hetzelfde geldt, mijns inziens, voor Dagen van gras.

Voor wie het zich afvraagt: ik lees geen recensies voordat ik zelf mijn mening op papier heb gezet. Acht u mijn 'onbevlekte' oordelen bar weinig waard, klikt u dan vooral verder...

... naar recensies in/op CJP, Recensieweb, 8weekly, NRC (doorklikken naar recensie), Het Parool en Vrij Nederland;
... naar een interview in Revu;
... naar de website van de roman.

Wel terugkomen, hè?
Meer, méér...

woensdag 6 januari 2010

Het beste boekomslag van 2010!

44 stok(ken) achter de deur

Lieve lezer, denkt u mee? Esther van Gameren, die nogal wat boekomslagen ontwerpt, heeft drie verschillende covers voor Arty-farty gemaakt. En daar mag ik er eentje uit kiezen... Machtig maar moeilijk!

Wat zegt u: 1, 2 of 3? Ik zeg (nog) niets!

Dit is 1...






















Dit is 2...






















En dit is 3:






















Mooi zijn ze, hè? Uw oordeel is welkom tot 13 januari 2010! Dank alvast!! :)
Meer, méér...

dinsdag 5 januari 2010

Word count: 50.306

4 stok(ken) achter de deur

De afgelopen nachten droom ik van een tekstverwerker. Op een leeg document wordt mijn droom uitgeschreven. Woord na woord, zin na zin. Als de droom z’n einde nadert, word ik onrustig. De ontknoping die op het document valt af te lezen, bevalt me geenszins. Ik maak mij meester van het onzichtbare toetsenbord en druk zonder aarzelen op delete. Delete, delete, delete. Dan word ik wakker, doodvermoeid. Post-manuscriptische stress!

Want lieve lezer, les jeux sont faits. Kerst was nog niet koud of ik stortte me in Arty-farty. Ik werkte zoals een schrijver hoort te werken: koortsachtig en tot diep in de nacht. Heerlijk was het. Hemels.

Nee, maar écht! Ik zat me gewoon te vermaken! Voor het eerst zag ik precies waar de zwakke plekken zaten, en lukte het mij om die plekken met chirurgische trefzekerheid te herstellen. Het was haast bovenmenselijk. Als ik nog een roman schrijf, zal het zijn om die high opnieuw te voelen.

Hij had dus toch gelijk, mijn redacteur. Pas als je je verhaal van het eerste tot het laatste hoofdstuk als een homp deeg hebt uitgerold, kan je er écht aan sleutelen, er wat lekkers van maken.

Zondagavond, iets na middernacht, stuurde ik het 50.306 woorden tellende manuscript naar m’n uitgever. Arty-farty is af. Zelfs het dankwoord is klaar. Nou ja, als het aan mij ligt. Ik ben trots. Op mezelf, ja. Maar ook op JP, en op zijn moeder.

Nu Thomas nog. En u.
Meer, méér...