donderdag 27 augustus 2009

Zij erop, ik erin

0 stok(ken) achter de deur

Amsterdam barst tegenwoordig van de Scarlett Johanssons. Ze is overal te zien: bij de bushalte, in de supermarkt, op het centraal station. Ze blijft maar glanzen, dat wijffie met d’r waterval van blond haar. En die ringvinger wil elke keer onder haar zijden jurk glippen, maar ’t lukt gewoon niet. Stuck in time, op een poster.

Ik kan niet zeggen dat ik weet hoe zij zich voelt. Als mijn ringvinger onder mijn jurk wil glippen, dan doet die dat. Zoiets gaat gewoon altijd goed bij mij. Maar Scarlett en ik hebben wél iets gemeen: zij staat op de Cosmopolitan van september, ik sta erin. Had ik ook nooit gedacht, nee. Het is alsof ik 'r persoonlijk ken, echt waar, we zijn closer dan close.

Het begon toen ik op tien juni (jongstleden, jongstleden) werd gebeld door een zoetklinkend meisje van de Cosmopolitan. Die had het artikel in nrc.next gelezen en vond mij wel een geschikte kandidate voor de rubriek Upcoming Woman. Blijkbaar heb ik de achterkant van een upcoming woman. Desondanks zei ik ja.

Ja, dus, en waarom?

Omdat ik ooit las dat romanciers léven van de vrouwenbladen. ’t Schijnt dat romans bijna louter door vrouwenbladlezeressen worden gekocht. Zonder vrouwenbladen geen uitgeverijen, zonder uitgeverijen geen romanciers. Wanneer een vrouwenblad als Cosmopolitan, dat volgens het Handboek Nederlandse Pers door 108.094 vrouwen wordt gekocht (ik dacht toch echt 108.091, maar goed), aan een nog niet eens gedebuteerd debutantje vraagt of ze in het blad wil, dan is er slechts één mogelijk antwoord: niet nee, maar ja. Volmondig ja.

Nog even snel gebeld met Hans van De Bezige Bij, en die zei ook: ja.

Ja... JA!

En daar sta ik dan, op pagina 55. Het fotootje is zo groot als een babyduimafdruk en de tekst is aangepast nadat ik het had goedgekeurd, maar dat geeft allemaal niet. Scar en ik, in de Cosmo. ’t Leven zit vol verrassingen.

Meer, méér...

zondag 16 augustus 2009

Meer slik dan wow...

1 stok(ken) achter de deur

Ik zag het, ik zag het meteen. We kwamen thuis van ruim drie weken vacances/vacaciones en daar, tussen de stapels Verleden (Financieele Dagbladen, Volkskranten en koppige facturen), piepte een pakketje Toekomst. Het was wit, plat en behoorlijk zwaar.

Hét pakketje. Geen twijfel mogelijk: op het deksel prijkte – het geduld zelve – een donkerrode bij met art deco pootjes. Dit is geen bij, dacht ik magrittesque, dit is de toekomst.

Openrukken zit in mijn DNA. U moet mijn oma eens in de weer zien met cadeautjes. Lijden dat die pakjes doen! Het papier moet er zo snel mogelijk af; ze wil weten wat eronder zit, en wel meteen. Ondertussen poogt ze het object in kwestie te ontwaren; haar ogen vliegen hongerig van links naar rechts, als was ze een krolse kerel met zicht op een halfnaakt sletje.

Openrukken dus, dat pakje.

Maar ik hield me in. Ik wachtte. Dit was een historisch moment voor mij – u moet zich voorstellen wat in die doos zat. De brochure met daarin mijn cover, mijn foto, mijn ik. Dat is toch iets anders dan een allereerste stukje op een laagdrempelig weblog.

Het lukte me zeker een kwartier om het moment uit te stellen. Eerst was een bezoek aan het toilet vereist. De auto moest worden geleegd. Ramen werden geopend, schimmelkiwi’s weggegooid. En toen stond ik in de keuken, tussen de meegebrachte brokken nougat en de zonnebloemen uit het tankstation. Dit was het dan. Er werd een camera op me gericht (mijn vriend wil de sleutelmomenten per se vastleggen), en ik mocht lós.

Plasticfolie eraf. Mijn adres dwarrelde op de grond. Ik trok de weerbarstige lipjes uit het karton. Het deksel klapte open als een boekenkaft en daar lagen ze, een stuk of tien brochures, zalig glanzend en heerlijk geurend. Op de eerste stond een ballerina-achtige brunette met een knotje: De Bezige Bij, Nederlandse literatuur, najaar 2009. De tweede brochure was ook van De Bezige Bij (Vertaalde literatuur), net als de derde (Non-fictie).

Wellicht gerangschikt op gewichtigheid, schoot het door mijn hoofd. Ik vond het allang best, want een paar brochures verderop – ‘najaarsaanbieding’ in literair jargon – sprong ie er opeens uit: de cover van mijn boek. Een gouden, lege lijst. Ook de letters van ‘Thomas Rap’ waren voor de gelegenheid goud gekleurd.

Wow.

Ik wist al dat ‘mijn’ cover op de omslag van de Thomas Rap-brochure zou worden gedrukt – maar om het zo te zien, zo goud-op-grijs, zo écht… Het verrukte én benauwde me.

Openen dan maar, openen! Pagina twee: de inhoudsopgave, met mijn naam als eerste. Meer slik dan wow. Pagina drie: Tim Foncke’s brief aan de boekhandelaar, een Vlaams pareltje dat ik al eerder onder ogen had gekregen (Foncke wordt de nieuwe Verhulst). Ik sloeg de bladzijde om – klop, klop, kloppend hart – en, baf, no question about it: c’est moi. Een hele linkerpagina Ik. Rechts mijn naam, de titel, inhoudsopgave, cover, details. Arty-farty ligt in januari 2010 in de boekhandel, yours for circa 16 euro 50. Dat ik (en u) het weet…

Extra enerverend was het lijstje met hoe deze Emily Gordts (Gordts? Wat een rare naam…) kan worden ingezet voor ‘promotie’. Schrikbarend lang is die lijst. Interviews, optredens, affiches, advertenties, banners, lezersacties, leesexemplaren voor de boekhandel, www.boekopdeplank.nl.

Interviews, optredens, affiches? Wow. (Het boeit me niet eens zo heel erg dat de URL van mijn weblog totaal verkeerd is. Mijn vriend, iets praktischer ingesteld, onderneemt gelijk actie door deze domeinnaam als de donder te registreren.)

Je zou er bijna faalangst van krijgen. Nou ja, ik zal u wat vertellen. De afgelopen maanden, toen had ik pas faalangst. En niet zo’n beetje. Geen lachtertje, hoor, een debuutroman schrijven waarvan je weet dat de uitgeverij ermee wil uitpakken. Maar bij de aanblik van mijn papieren alter ego, kijkend in haar inkerige ogen (het rechter duidelijk kleiner dan het linker – was me nog niet opgevallen), dacht ik: I’m going to make you proud, girl! De positieve energie die me de afgelopen maanden ontbrak, raasde opeens weer door mijn aderen. Ik kon niet wachten om plaats te nemen achter mijn flaptoppie.

‘Nu laten zien’, hoorde ik uit de verte, ‘kom op dan!’ En fier (alsof het mijn roman al was) hield ik de brochure in de lucht. Klik, hoorde ik. De glimlach tintelde door tot in mijn tenen. Klik!



Download de brochure hier. Meer, méér...