woensdag 16 december 2009

En dan nu: 'Dit Is Jouw Huis', ongerept en zonder pretentie

Maartje Wortel schrijft verhalen die u niet achter elkaar moet lezen. U mag het wel, natuurlijk – van mij mag u alles. Maar ik raad het niet aan. Het zou zonde zijn. Voor de verhalen, voor Maartje Wortel, voor u. U slokt toch ook geen oester binnen vlak na een portie kaviaar? Dat doet geen recht aan de kaviaar, en de oester wordt er evenmin opgewonden van.

De bundel van Maartje Wortel – haar debuut – heet Dit is jouw huis, tevens de titel van het vierde verhaal. Een eigenaardig, ultrakort verhaal is het, over een ik-persoon die, om onverklaarbare redenen, foto's van huizen neemt. Hij of zij zegt ook dingen als: 'Wat moet je als je in Haarlem woont, zomaar in een huis ergens op de wereld, ergens in Nederland, ergens in Haarlem, ergens in een huis?' Witregel. 'Dit is jouw huis.'

Mijn huis, dus. Het heeft iets absurds. Alle verhalen van Maartje Wortel hebben dat. Wat precies, en waarom, dat weet ik niet. Ik kan het niet bevatten. Maar de pen van Maartje Wortel schrapt alle onbenulligheden des levens om plaats te maken voor de essentie. Je kan ook zeggen dat ze die onbenulligheden met haar pen juist aanscherpt, uitvergroot. In elk geval: de essentie blijft over. De puurheid.

Dat had ik eerst niet door, hoor. Het boek lag al een maand of twee op mijn nachtkastje, bijna ongelezen. De titel deed me niets, de auteursnaam deed me juist te veel. Maartje Wortel. Ik moest er een beetje om lachen. Flauw, ja natuurlijk, maar zo gaat dat soms, nietwaar? Daar kwam bij dat ik het eerste verhaal, 'Bezoek', ook al niet zo geweldig vond.

Allemaal domme redenen die me tijdelijk verblindden. De essentie zag ik niet. Ik zag niets.

Hoezo vielen de schellen me dan van de ogen? Op het – FANTASTISCHE – verjaardagsfeest van De Bezige Bij (12-12-'12) maakte ik mee hoe Maartje Wortel
voorlas. Daar klom ze, circa 26 jaar oud (volgens de achterflap is ze van 1983, volgens debezigebij.nl is ze een jaartje ouder), het Open Podium op. Zelfs ik, modekluns uit het jaar nul, vond dat ze er nogal slonzig bij liep. Dat is niet erg; het viel me gewoon op. Ze had ook nog eens een lusteloze blik en een verveelde stem. Ik dacht aan de duffe cover van het boek op mijn nachtkastje, en nam mezelf voor flink en geduldig te zijn.

Maartje Wortel las voor uit het laatste verhaal van haar bundel, 'Boodschappen doen'. En na een zin of twee, toen kwam het.

'Soms val ik bijna,' zegt de vrouw. 'Als iemand kijkt hoe ik loop.'
Haar man knikt.
'Ik kan daar niet tegen,' vervolgt ze. 'Als ze kijken naar hoe ik loop.'
'Maar je loopt heel normaal,' zegt haar man. 'Dat heb ik al zo vaak gezegd.'
'Dat zal best,' zegt de vrouw, 'maar als ze kijken dan val ik bijna.'
'Wie kijken er dan mevrouw?' vraag ik.
'Wat bedoel je?' zegt ze.
'Wie kijken er naar hoe u loopt?'
'Mensen,' zegt de vrouw.
'En hoe kijken ze dan?'
'Ze kijken me aan, hoe ik loop. Het is alsof ze me kunnen laten struikelen met hun ogen.'
'Ze is heel onzeker,' zegt haar man.
De vrouw zegt niets.
'Bent u ook eens echt gevallen?' vraag ik.
'Niet letterlijk.'
Haar man zucht.
'Figuurlijk,' zegt hij. 'Ze bedoelt het overdrachtelijk.'
'Ik bedoel het helemaal niet overdrachtelijk, Herman,' zegt de vrouw. 'Ik ben gewoon bang dat ik val. Het voelt alsof ik val als de mensen kijken hoe ik loop. Ik wil daarvan af dokter. Ik denk steeds dat ik op de straat kom te liggen, helemaal alleen. De laatste tijd wil ik zelfs uit mezelf gaan liggen. Om het voor te zijn.'

Als je 't mij vraagt (of niet): de Nederlandse literatuur telt veel te weinig van dit soort dialogen. Ongerepte zinnen zonder pretentie, weet u wel? Er zit een sprankje Britsachtige humor in, met het 'in your face'-gemak van de Amerikaanse verhalenvertellers. Zo van: 'Lezer, dit is het nou, hè. Dit vind ik nou leuk. En of jij het daar mee eens bent of niet, het is hoe ik de wereld zie, dus ik ga gewoon door, oké?' Dat mag ik graag, zo'n attitude.

De dag erop nam ik mijn bestofte exemplaar van het nachtkastje en begon eraan. Ik heb de hele bundel in één ruk uitgelezen. Zonde, zoals ik al eerder aangaf. Want nu is het boek uit. Ik begin straks weer van voren af aan.

Voor wie het zich afvraagt: ik lees geen recensies voordat ik zelf mijn mening op papier heb gezet. Acht u mijn 'onbevlekte' oordelen bar weinig waard, klikt u dan vooral verder...

... naar recensies in Cutting Edge, de Volkskrant en Recensieweb;
... naar Maartje Wortels online stek bij De Bezige Bij.

Wel terugkomen, hè?

2 opmerkingen:

Vrijschrijver zei

I like! Vooral het overdrachtelijke vallen..

Emily Gordts zei

Jaaaa!!! Ik moest veel te hard lachen - enkele Schrijvers keken verschrikt op. Je moet die bundel echt lezen, Leon, 't is echt iets voor jou... In bijna elke zin staat iets formidabels!! Hier, een willekeurige pagina:

Hij heeft haar anders opgevoed, als een aanpakker.
"Papa," zegt ze als hij over haar houding begint. "Waarom zou ik iets aanpakken wat een ander dan weer afpakt?"

Of deze:

Het kind rook naar kinderen.

Of deze:

Ik ga naar de kleine ondernemers; de melkboer, de slager, de bakker. Ze weten mijn naam. Ze laten me seizoensproducten proeven. Misschien is het binnenkort afgelopen met d seizoensproducten als de grenzen van de seizoenen vervagen.

O, geweldig toch???