zaterdag 13 maart 2010

En dan nu: 'Mise En Place', de Gameboy voor volwassenen

Om 18:47, precies een week geleden, slaakt mijn doorgaans zo geduldig lief een geërgerde zucht. "Tjonge jonge," zegt hij, z’n blik op de Oostenrijke bergwegjes voor ons, "dit is niet rijden, dit is prúttelen!"

Buiten: besneeuwde duisternis. Binnen: de nog donkerdere gedachte dat de volgeladen auto nog 850 kilometer van Amsterdam is verwijderd. Het digitale kaartenkastje belooft dat die afstand ons slechts acht uur zal kosten, maar wij weten beter dan de StomStom. En het radiovrouwtje ook. Unfall, fluistert zij om de zoveel minuten. Blokkiert, gesperrt, Stau Stau Stau.

"Kut," zeg ik. Daarmee doel ik niet op de reeds afgelegde 130 kilometer waar we dik zes uur over deden. Daar hoor je niet over te klagen; het is zoals het is. Je zeurt ook niet over je blaas die zich langzaam maar op zeer voorspelbare wijze vult met de halve liter cola die je eerder dronk. Nee, de 'kut' doelde op het boek dat ik zojuist dichtklapte: Mise en place van Margot Vanderstraeten.

"Mijn boek is uit," zeg ik bij wijze van verklaring voor mijn vloek, en ik spuw er een tweede, nog gefrustreerdere 'kut' achteraan. Wellicht dat librofielen me mijn taalgebruik vergeven: hoe beter een boek, des te vervelender de uren na die laatste pagina. Uren van leegte, van lusteloosheid. Niets dat dergelijke uren kan - mág - vullen. Een goede roman is pijnlijk als een verloren liefde: onvervangbaar. Voor even toch.

Om Christine kan ik niet malen, maar verloren heb ik - verloren heb ik zonder meer - Victor. Victor Werner, de hoofdpersoon. Hem lukte het me de dag van voorbijflitsend asfalt en staal te doen vergeten; zelfs de haarspeldbochten doorstond ik opeens zonder een zweempje misselijkheid. Dankzij Victor heb ik me van alles voorgenomen: om vaker champignongerechten te maken (of juist minder vaak?), om kloosterzusters niet meer te zien als buitenaardse wezens, en vooral: om veel meer te gaan schrijven opdat ik dichter - al is het met 25 kilometer per uur - bij Vanderstraetens verteltalent kom.

Ik zucht.

"En?" vraagt Dick. "Was het goed?"

Ik knik en laat mijn hoofd hangen. Kijk, daar is de omslag van mijn verloren liefde. Een zwartwitfoto die ik voor het eerst lijk te zien: ik ontwaar een leeg landschap, doorkliefd door een onheilspellende barst. Een hurkende man heeft een reusachtige naald vast, waarmee hij de gewonde aarde tracht dicht te naaien. Ik glimlach, want ik snap 'm. Het is me eindelijk duidelijk hoe goed dit beeld is gekozen.

"Geef es hier dan," zegt Dick, en hij trekt het boek naar zich toe.

Dick met een roman: ik vind het een gek gezicht. Onze Dickers is niet bepaald een librofiel. Het laatste boek dat hij las, was Komt een vrouw bij de dokter, en dan alleen omdat een vriendin het hem had aanbevolen. En kijk nou: hij heeft Mise en place als een nieuw adoptiekind op z'n schoot genesteld, het leeslampje boven zijn hoofd aangeknipt, zijn iPod-champignonnetjes in zijn oren gewurmd, en hij leest.


Dick léést. Hij zit al aan pagina 61.

Hoe goedgekozen het beeld van de gespleten aardkorst ook is, besef ik, voor Vanderstraeten is het een zonde. Boekenwurmpies als ik stappen graag over een ogenschijnlijk saaie cover heen (denk aan Dit is mijn huis van Maartje Wortel), maar mensen als Dick niet. Die pakken liever een aantrekkelijk boek als Het diner van Herman Koch op, een heerlijke roman waaraan Mise en place me trouwens meer dan eens deed denken. Kochs felle kreeftencover wint het op alle vlakken van Vanderstraetens vlakke omslag. Denk er nog die 'moeilijke' titel bij (iedereen weet wat 'diner' betekent, maar 'mise en place'?) en de onbekende naam van de auteur (Koch is een BN'er, Vanderstraeten geen BV'er), en je hebt het tegenovergestelde van een kaskraker. Terwijl ik Vanderstraetens roman - haar tweede - misschien béter vind dan Het diner, (325.000 exemplaren verkocht and counting).

Een ontdekking dus. Zeker tijdens de zoveelste eindeloze Stau is Mise en place de Gameboy voor volwassenen.


Nog ruim 700 kilometer te gaan. Die Dick boft maar.

Voor wie het zich afvraagt: ik lees geen recensies voordat ik zelf mijn mening op papier heb gezet. Acht u mijn 'onbevlekte' oordelen bar weinig waard, klikt u dan vooral verder...

... naar recensies in/op 8weekly, Knack, Metro, Noord-Hollands Dagblad, Libelle, De Standaard;
... naar een interview in/op Literatuurplein, De Standaard, de Boekenkrant;
... naar de website van de auteur.

Wel terugkomen, hè?

1 opmerking:

Frans zei

Mooie foto van lezende Dick!