vrijdag 17 oktober 2008

Waar gáát het over?

‘Tja, ik zou het niet doen.’ Thomas, mijn doorgaans zo nuchtere man bij De Bezige Bij, toonde zich gisteren van zijn bijgelovige kant. Of ik mijn verhaallijn met iedereen mocht delen, had ik hem gevraagd. Niet dus. Te veel openheid, vreest Thomas, komt mijn grote boekproject niet ten goede. Meer nog: ervaring heeft hem geleerd dat praten met jan en alleman leidt tot uitstel van publicatie. ‘Dan is het magische eraf… Maar ja, dat ben ik.’

Dat is hij. Ik ben het, gelukkig of helaas, niet. Onlangs in de sportschool vroeg de fitnessjongen – hij lijkt me een Barry – wat voor werk ik deed. ‘Ik ben journalist’, pufte ik, ‘maar ik ga er straks even tussenuit.’ En ja hoor, daar kwam Barry's tweede vraag: ‘Wat ga je doen dan?’ Ik trok drie keer hard aan de gekortwiekte roeispaan – 34 slagen per minuut! – en kreunde: ‘Een roman... Ik ga een roman schrijven.’

Uiteraard wist Barry meteen een derde vraag te formuleren – dezelfde vraag die ik de afgelopen weken tot vervelens toe heb mogen horen: ‘Waar gaat het over?’ Dat is blijkbaar een zeer eenvoudige vraag, want als ik niet ogenblikkelijk antwoord geef, krijg ik gelijk een getergde bijvraag te verwerken: ‘Of mag ik dat niet weten misschien?’ Jawel, zeg ik dan, natuurlijk mag je het weten. Dat is dan de schaduwzijde van openheid.

Want waar gáát het eigenlijk over? Ik ruil mijn salaris in voor onzekerheid omdat ik er zo op gebrand ben een roman te schrijven. Dat is het stomste wat je kunt doen, concludeer ik uit de recent verschenen bestseller van schrijversmakelaar Paul Sebes. Wat elke beginnende schrijver moet weten, is waarom hij het in godsnaam in zijn hoofd heeft gehaald nóg een boek op de reeds zo gevulde plank te krijgen.

En dat wist ik niet toen ik besloot mijn hoofdredacteur te confronteren met mijn dilemma (doen of niet doen). Ik wist het nog steeds niet toen ik het vakje van 7 november in mijn agenda vulde met LAATSTE DAG QUOTE. Ik wist het ook nog niet toen Barry mij ondervroeg. Balen was dat.

Maar nu weet ik het wel. Gelooft u het of niet: enkele avonden terug klopte een plot bij me aan. Kom binnen, zei ik, wil je koffie? Hij wilde decaf, het was al laat. Hij kreeg decaf. En ik kreeg een plot. Mijn roman komt er. Ja, dat is nogal eens hoge verwachtingen scheppen!

Nu wilt u natuurlijk weten: ‘En waar gáát die roman dan over?’ Wees gerust, dat zal ik u gaandeweg onthullen. Maar niet nu. Nu moet ik een interview met een geknakte topman uitwerken.

Die komt ook in mijn plot voor, trouwens. Niet erg prominent edoch. Hij krijgt een bijrol, hij wordt de vader van de jongeman om wie het draait.

Een naam heeft die jongeman nog niet. Maar hij heeft bruin haar - donkerbruin. Met te veel gel erin.

1 opmerking:

Anoniem zei

De aanleiding tot en weg naar het GROTE avontuur is al een lezers-belevenis op zich. De cliffhanger stuwt de verwachtingen tot nog grotere hoogten.....edoch, het feit dat jij de uitdaging aangaat, de virtuele sprong in het diepe (oneindige?) waagt, doet je zintuigen tintelen, en roept emoties op die doen beseffen dat je leeft. Dat alleen is al reden om deze hele escapade tot een grandioos succes te verklaren. Nu " alleen nog maar even een plot uitwerken" et voila..

Jeroen