maandag 10 november 2008

Elisa, rien que toi

Mijn personages knagen tussen mijn oren, maar vandaag geef ik hen weinig aandacht. Deze week heb ik mezelf, nog vóór het echte startschot, vakantie gegund. Ik moet mijn hoofd opladen, na een heftige laatste dag bij Quote (u heeft het vast gehoord, Quote en Kelder hebben weer eens mot) en met een eerste schrijfdag in het vooruitzicht.

Voordat u mij verdenkt van duivelse luiheid: de week was sowieso al naar de kloten. Er kwam immers iets tussen dat ik moeilijk kon inplannen of negeren. Een baby! En niet zomaar een baby: Elisa Jocelyne Martial Josette, geboren op vier november om zeventien over zes des ochtends. Het eerste Gordtsje van de eenentwintigste eeuw.

Da's op zich al wondermooi, maar Elisa is ook nog eens mijn metekindje (ik geloof dat dat mij in het Hollands een 'doopmoeder' maakt). Extra verplichtingen dus: foto’s op Facebook zetten, bellen met Elisa’s papa, en naar Luxemburg afreizen. Daar woont mijn broer met zijn beide meisjes.

Uiteraard neem ik mijn laptop mee. Van Thomas alias De Bij moet ik zo snel mogelijk een wervende tekst schrijven om mijn roman aan te prijzen. Die tekst mag slechts een A4’tje lang zijn, en ik kan niet zeggen dat ik er heel veel zin in heb.

Anderszijds wordt het tijd dat ik de waarheid onder ogen zie. Ik ga niet lekker dromerig aan een opus magnum werken. Zo’n A4’tje luidt een ander tijdperk in, waarin ik mijzelf keihard zie zwoegen in een duister schrijvershol, vloekend op een hoofdstuk dat niet wil vlotten. De deadline nadert, de spaarpot raakt leeg…

Bah, ik moet er niet aan denken. Dat doe ik dus nog even niet. Ik heb zojuist zes cadeautjes voor mijn gloednieuwe nichtje gekocht. En nu ga ik soep maken. Van prei en spruitjes. Ook belangrijk.

Geen opmerkingen: