vrijdag 14 november 2008

En dan nu: 'Why Write?', ogenschijnlijk onbelangrijk

Ik las dit boekje een jaar of tien geleden, waarschijnlijk omdat mijn vader zei dat het moest. Mijn vader verspilde nooit veel woorden aan literaire suggesties; hij bromde “Emily, lees dit”, en dat was het dan. Misschien plukte ik het boekje zélf uit zijn bibliotheek, maar in elk geval: sindsdien weet ik dat Paul Auster Why Write? heeft geschreven. Ik wist echter niet dat ik één van de weinigen was.

M., de grootste Auster-fan die ik ken, was verbaasd toen ik hem over dit flinterdun boekje vertelde. Hij had mij aangeraden On Writing, a Memoir of a Craft te lezen; ik kaatste de bal met Why Write? terug. 'Ik ken dat boek van Auster niet', mailde M. onthutst, 'vreemd, ik volg hem toch nauwgezet.'

Nu ik het boekje in mijn eigen kast terugvond (sorry, pap), begrijp ik waarom dit pareltje zo onbekend is. Het verscheen in 1996 in zeer beperkte oplage: de wereld telt er slechts 2000 paperbacks en 500 hardbacks van. (Mijn vader heeft altijd al een goede neus gehad voor kwaliteit.) Het bevat 7 hoofdstukjes die niets met elkaar te maken hebben; Why Write? is 15 pagina's lang en beantwoordt de vraag uit de titel met vijf ogenschijnlijk onbelangrijke anecdotes.

Uiteindelijk is zijn antwoord: omdat hij altijd een potlood in zijn zak heeft zitten. Dat zelfs een formidabele auteur als Paul Auster geen beargumenteerd antwoord kan of wil geven, vind ik prachtig. 'Waarom schrijf je?' is dan ook een beetje een vervelende vraag die vervelende antwoorden uitlokt (zoals 'When you write, you undertake an exploration of uncharted thought', wat ik op een of andere vage schrijfsite las).

Ja ja. Dat hoor je iemand als Douglas Coupland niet zeggen - die roept triomfantelijk: 'So the fact is that I do write, and I am a writer, and I can’t be wished out of existence by those aging crustysomethings who’ve been trying to do just this for 15 years.'

Wie een essay-achtig antwoord zoekt in Why Write? komt bedrogen uit. Maar wie Paul Auster met warme stem wil horen vertellen over de gekheid van het leven, de gekheid die hij vervolgens enthousiast naar fictie vertaalt, zal dit boekje verslinden. Ik vond het heerlijk. De andere hoofdstukken - zoals Twenty-five Sentences Containing the Words Charles Bernstein - vond ik minder geslaagd. Geen tien dus, maar een negen.

Voor wie het zich afvraagt: ik lees geen recensies voordat ik zelf mijn mening op papier heb gezet. Acht u mijn 'onbevlekte' oordelen bar weinig waard, klikt u dan vooral verder...

... naar de oorspronkelijke publicatie in The New Yorker (als niet-abonnee krijgt u alleen een samenvatting te lezen);

... naar de 'definitive' doch officieuze website van de auteur;

... naar het weliswaar niet geheel betrouwbare maar toch boeiende Wikipedia, in het Engels en in het Nederlands.


Wel terugkomen, hè?

1 opmerking:

Jamie zei

Dank u.
Why read? Vaak vraag ik me af waarom ik zoveel lees als ik lees: alle kranten, weblogs, dossiers tot en met de etiketten van de jampot toe. En geloof me, die zou ik (61) nu toch al van buiten moeten kennen.
Voor vandaag had ik nog nooit van u of Paul Auster gehoord; juist dit soort (kleine) ontdekkingen geeft zin aan (o.a.) lezen, aan leven.
En zolang er nieuwsgierigen zijn, moet er geproduceerd worden. We hebben honger naar gegevens, informatie en kennis en o.a. schrijvers stillen mijn continue honger.